Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2086/TA, 15/2087/TA, 15/2088/TA, 30 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 15/2086/TA, 15/2087/TA, 15/2088/TA (onderdeel afzondering ingaande op 15 april 2015)

betreft: [klager] datum: 30 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen drie uitspraken van 15 juni 2015 van de beklagcommissie bij de Van der Hoevenkliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 3 november 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord.

Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Klagers raadsman mr. B.H.J. van Rhijn heeft telefonisch meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de weigering om klager contact op te laten nemen met de politie(15/2086/TA);
b. de plaatsing van klager op een soort afdeling voor intensieve zorg (15/2087/TA);
c. de afzondering van klager ingaande op 15 april 2015 (15/2088/TA) en
d. de verlenging van c. ingaande op 24 april 2015 (15/2087/TA).

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder a. en b. en het beklag vermeld onder c. en d. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
A. Klager heeft contact gehad met de politie via het algemene nummer. Hij zou worden doorverbonden met de wijkagent, maar die was niet aanwezig. De wijkagent zou klager terugbellen, maar werd niet met klager maar met de behandelaar doorverbonden. De
wijkagent heeft tegen de behandelaar gezegd dat als klager aangifte wilde doen, hij dit via het algemene telefoonnummer moest doen. Toen klager met het algemene telefoonnummer wilde bellen, is dit hem geweigerd en gezegd dat hij alleen met de wijkagent
mocht bellen, omdat dit zo was afgesproken. In de wet staat dat klager recht heeft op geprivilegieerd contact. Dit is hem geweigerd. De inrichting kan niet bepalen met welk geprivilegieerd contact hij gaat bellen.
B. De afdeling, waarop klager is geplaatst, is een soort afdeling voor intensieve zorg. Op een afdeling voor intensieve zorg zou hij nog twee uur per dag contact hebben met medeverpleegden. Op de huidige afdeling is de deur van zijn verblijfsruimte 24
uur per dag dicht. Dit is een schijnvertoning. Door een andere naam aan de afdeling te geven, probeert de inrichting de regels te omzeilen. Zelfs als hij gaat sporten, gaat die ruimte op slot. Hij kan nergens naar toe op de afdeling. De afdeling staat
bekend om agressiviteit en is puur gericht op beveiliging. Klager heeft totaal geen contact met medeverpleegden. Hij zit nu zes maanden op de afdeling, heeft geen behandelplanbespreking gehad, maar zijn behandeling is wel geëvalueerd door het
personeel.
C. De afzondering is opgelegd omdat klager vertrouwelijke informatie op de site ‘tbs misbruikt’ heeft gezet. Klager heeft dit niet gedaan. De site wordt niet door klager beheerd. Klager heeft al dan niet via zijn familie en zijn advocaat de bewuste
stukken naar de site gestuurd. De inrichting was woedend dat er stukken over de Van der Hoevenkliniek op stonden. Klager bekijkt de site tijdens onderwijs. In de stukken beweert de inrichting dat zijn resocialisatie is mislukt omdat klager zich
schuldig
zou hebben gemaakt aan stalking. Hij is daar echter nooit voor veroordeeld. In de stukken spreekt de inrichting over slachtoffers, terwijl hij is vrijgesproken van stalking. Vanaf de eerste dag heeft klager tegen de inrichting gezegd dat, als zij over
hem zouden liegen, hij dan stukken over de inrichting op internet zou laten zetten. De afzondering wordt gebruikt als drukmiddel om stukken van de site af te krijgen. De stukken van de medeverpleegde zijn door de medeverpleegde zelf verstuurd naar de
site en niet door klager. Klager heeft altijd al veel contact gehad met deze medeverpleegde.
In de nadere reactie van de inrichting is gesteld dat klager momenteel niet meer is afgezonderd. Hij zou tijdens de arbeid contact met medeverpleegden kunnen hebben. Klager kan echter niet verplicht worden om arbeid te verrichten en zit nog gewoon 24
uur per dag op zijn kamer.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het volgende aangevoerd. Gepersisteerd wordt bij het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt. Klager is vanaf 2 juli 2015 niet meer afgezonderd. Zijn dagprogramma biedt hem de mogelijkheid om
tenminste vier uur per dag met medeverpleegden door te brengen. Klager maakt niet altijd gebruik van die mogelijkheid.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Uit artikel 38, vierde lid, Bvt juncto artikel 36, eerste lid aanhef en onder d, Bvt volgt dat klager recht heeft op het voeren van telefoongesprekken met justitiële autoriteiten. Tegen een (vermeende) schending van dit recht kan op grond van het
bepaalde in artikel 56, eerste lid aanhef en onder c, Bvt beklag worden ingediend. De beroepscommissie zal op dit punt de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog ontvangen in het beklag.
Uit de stukken en het onderzoek ter zitting is gebleken dat klager wel de mogelijkheid heeft gehad om contact met de politie op te nemen. De beroepscommissie zal derhalve het beklag ongegrond verklaren.

Met betrekking tot b:
Klager is geplaatst op een individuele afdeling die niet aan te merken valt als een afdeling voor intensieve zorg als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de Bvt. Enkel tegen een plaatsing op een afdeling voor intensieve zorg is op grond van artikel
56, aanhef en onder b, Bvt beklag mogelijk. Tegen een plaatsing op de door klager bedoelde individuele afdeling staat geen beklag open. De beroepscommissie zal met betrekking tot dit punt het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de
beklagcommissie bevestigen met deels wijziging van de gronden.

Met betrekking tot c en d:
Klager heeft ter zitting van de beroepscommissie erkend dat hij zelf en via familie en advocaat stukken heeft laten plaatsen op de site ‘tbsmisbruikt.nl’ waarin namen van onder meer personeelsleden van de inrichting worden genoemd en uitspraken over
deze personeelsleden worden gedaan. Aannemelijk is geworden dat klager toentertijd niet heeft willen verduidelijken op welke wijze deze stukken in de openbaarheid zijn gebracht. Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager hierdoor de orde en
veiligheid in de inrichting in gevaar gebracht en kunnen de beslissingen van het hoofd van de inrichting om klager ter zake in afzondering te plaatsen en de afzondering vervolgens te verlengen niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het
beroep zal derhalve op dit punt ongegrond worden verklaard en de uitspraken van de beklagcommissie (in zoverre) worden bevestigd met deels wijziging en aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt met betrekking tot a. (15/2086/TA) de uitspraak van de beklagcommissie, ontvangt klager alsnog in het beklag maar verklaart dit beklag ongegrond. Met betrekking tot b, c (15/2087/TA) en d (15/2088/TA, onderdeel
afzondering
ingaande op 15 april 2015) verklaart zij het beroep ongegrond en bevestigt zij (in zoverre) de uitspraken van de beklagcommissie met deels wijziging/aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.M. Maanicus, voorzitter, mr.drs. L.C. Mulder en drs. W.A.T. Bos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 30 november 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven