Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3477/GV, 29 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:29-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3477/GV

betreft: [klager] datum: 29 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus , namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 oktober 2015 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking toegewezen voor de duur van maximaal vier dagen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager verzoekt om strafonderbreking met onmiddellijke ingang. In de selectiebeslissing staat dat de verloskundige, zodra de bevalling zich aankondigt, contact dient op te nemen
met de directeur van de inrichting. Hoewel klagers partner is uitgerekend op 30 oktober 2015, komt een bevalling vaak onverwacht en vaak ook in de nacht. Op dat moment zal een verloskundige zich niet bezighouden met het bellen met een directeur van de
inrichting en bovendien is bellen met een directeur van een inrichting in de nachtelijke - en avonduren onmogelijk, waardoor klager de geboorte van zijn eerste kind dreigt te missen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Aan klager wordt een strafonderbreking voor de duur van vier dagen verleend om bij de bevalling aanwezig te zijn en noodzakelijke zaken - zoals
aangifte
van de geboorte - te regelen. Klagers vriendin is op 30 oktober 2015 uitgerekend. Strafonderbreking wordt verleend op het moment dat het noodzakelijk is dat een gedetineerde buiten de inrichting verblijft. Hier is thans nog geen sprake van. Het is
gebruikelijk dat strafonderbreking ten behoeve van een bevalling aanvangt wanneer door een deskundige wordt bevestigd dat deze binnen korte tijd te verwachten valt. Een inrichting is 24 uur per dag bereikbaar. Desgewenst kan door het personeel de
directeur worden benaderd. In de inrichting kunnen de verlofbescheiden eventueel al worden klaargelegd.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van Detentiecentrum Alphen aan den Rijn heeft positief geadviseerd ten aanzien van de aanvraag tot strafonderbreking, maar niet voor de duur van dertig dagen.
Het Openbaar Ministerie heeft positief geadviseerd.
De politie heeft positief geadviseerd en het verlofadres is geverifieerd en in orde bevonden.

3. De beoordeling
Klager onderging een gevangenisstraf van dertien dagen met aftrek, wegens onder meer diefstal en mishandeling. Thans is hij gedetineerd in verband met de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 66 dagen. De
einddatum van zijn detentie valt op of omstreeks 22 december 2015.

Op grond van het bepaalde in artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (hierna: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met
een andere vorm van verlof. Op grond van artikel 36 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend voor verzorging van een ernstig zieke levenspartner, kind of ouder, voor het bijwonen van de bevalling van de levenspartner en voor de gevallen
bedoeld in de artikelen 23 en 24. Het bepaalde in artikel 22, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Klager heeft verzocht om strafonderbreking met onmiddellijke ingang. De beroepscommissie acht de verleende strafonderbreking voor maximaal vier dagen, ingaande op het moment dat de bevalling zich aandient, niet onredelijk of onbillijk. Hierbij is in
aanmerking genomen dat niet gebleken is van bijzondere omstandigheden die maken dat klagers aanwezigheid eerder dan wel gedurende langere tijd noodzakelijk is. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem- Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 29 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven