Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2792/GA, 20 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:20-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2792/GA

betreft: [klager] datum: 20 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 juli 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Scheveningenbeklagcommissie bij de locatie Scheveningen, voor zover in dit beroep aan de orde,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 2 november 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. L.E. Toet en [...], juridisch medewerker van de locatie Scheveningen. Klager, die
afstand heeft gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen, is niet ter zitting verschenen.
Op 16 november 2015 zijn namens de directeur foto’s van de twee op klagers afdeling aanwezige telefoontoestellen overgelegd en is een nadere toelichting ontvangen. Een kopie hiervan is aan klager en zijn raadsvrouw toegezonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. schending van klagers recht op privacy tijdens het telefoneren (SC 2015/176);
b. het nalaten van de directeur op te treden tegen een voor klager bedreigende situatie
(SC 2015/177);
c. het ten onrechte niet leveren van boodschappen wegens onvoldoende saldo
(SC 2015/185);
d. een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de televisie, wegens een positieve urinecontrole op het gebruik van softdrugs (SC 2015/187);
e. het insluiten van klager als levenslanggestrafte op cel gedurende de arbeid
(SC 2015/192);
f. de afwijzing van een tweetal verzoeken, te weten het bezit van een laptop op cel, alsmede internettoegang voor deze laptop (SC 2015/193).

De beklagcommissie heeft de klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
a. Op klagers afdeling zijn twee telefoons aanwezig. Een telefoon heeft een grote kap, maar deze telefoon werkt niet goed. De andere telefoon is helemaal niet afgeschermd. Klager kan degene met wie hij belt niet goed verstaan en hij kan niet op
vertrouwelijke wijze praten met zijn advocaat.
b. Klager is door een medegedetineerde bedreigd. Hij is overgeplaatst naar de naastgelegen afdeling, omdat hij dezelfde behandelcoördinator en psycholoog wilde behouden. Hij heeft thans een onveilig gevoel. Het gebeurt dat de betreffende
medegedetineerde overloopt naar klagers afdeling. Dit mag officieel niet. Er wordt onvoldoende toezicht gehouden.
c. Tot 1 juni 2015 vond vier á vijf dagen voor de levering van de boodschappen een saldo check plaats. Als klager op dat moment niet beschikte over voldoende saldo werden geen boodschappen geleverd, terwijl hij op de dag van levering wel over voldoende
saldo beschikte. Verwezen wordt naar artikel 46, tweede lid, jo. artikel 44, eerste lid, van de Pbw.
d. Het roken van cannabis is voor klager medisch noodzakelijk.
e. Klager was arbeidsongeschikt. Hij is er nooit op gewezen dat hij gedurende de arbeid kan deelnemen aan een vervangend programma.
f. Klager mag enkel tijdens het onderwijs gebruik maken van een computer. Hij mag dan niet zelf mailen. Hij heeft eerder bij de beklagcommissie bij de p.i. Vught een klacht ingediend. Toen is door de beroepscommissie geoordeeld dat de directeur een
nieuwe beslissing moest nemen. De inrichting moet alert zijn op nieuwe technologie.

Namens de directeur is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht.
a. In de meeste inrichtingen worden de telefoons slechts afgeschermd door een plankje. De twee telefoons op klagers afdeling voldoen aan de daarvoor gestelde eisen.
Bij nadere toelichting van 16 november 2015 is aangevoerd dat er op klagers afdeling een telefooncel aanwezig is. Deze is voorzien van 6 tot 8 millimeter veiligheidsglas. In de sponning van de telefoonceldeur zijn rubberen isolatie strips geplaatst. De
andere telefoon heeft als ombouw een doorzichtige kunststof kap.
b. De gedetineerden op beide afdelingen luchten samen. Hij zou nooit op de naastgelegen afdeling zijn geplaatst als dit onverantwoord werd geacht.
c. Het klopt dat tot 1 juni 2015 twee keer in de week een saldo check plaats vond.
d. Klager is een disciplinaire straf opgelegd, omdat hij cannabis heeft gerookt.
e. Gedetineerden die niet deelnemen aan een vervangend programma worden ingesloten. Alle gedetineerden zijn hierop gewezen.
f. Verwezen wordt naar de brief van de directeur van 16 juni 2015 gericht aan klager. Hierin is vermeld dat het klager wordt toegestaan gebruik te maken van een computer met de mogelijkheid om informatie op een usb-stick op te slaan. Het uitwisselen
van
informatie kan plaatsvinden middels een computer met internetaansluiting op de onderwijsafdeling. Klager kan dat doen onder toezicht van een leraar.

3. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. overweegt de beroepscommissie het volgende. Op grond van artikel 39, eerste lid, van de Pbw heeft de gedetineerde het recht ten minste eenmaal per week op de in de huisregels
vastgestelde
tijden en plaatsen en met behulp van een daartoe aangewezen toestel gedurende tien minuten een of meer telefoongesprekken te voeren met personen buiten de inrichting. De directeur dient ervoor zorg te dragen dat gedetineerden van dit recht gebruik
kunnen maken, op een wijze waarbij hun recht op privacy (zoveel als redelijkerwijs mogelijk) wordt gewaarborgd. Uit de namens de directeur overgelegde foto’s blijkt dat er op klagers afdeling gebruik kan worden gemaakt van een telefooncel, waardoor een
gedetineerde tijdens het telefoneren wordt afgeschermd van de afdeling. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat de directeur voldoende voorzieningen heeft getroffen om te bewerkstelligen dat gedetineerden, onder wie klager, met behoud van
(zoveel mogelijk) privacy en vertrouwelijkheid op de afdeling kunnen telefoneren. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder b, c. en d. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder e. overweegt de beroepscommissie het volgende. Onweersproken is door klager gesteld dat hij arbeidsongeschikt was. De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk geworden dat klager
tijdens
de voor de arbeid bestemde tijd een vervangende activiteit kreeg aangeboden in de arbeidszaal. Gelet daarop kon de directeur, wanneer klager niet wenste deel te nemen aan die vervangende activiteit, in redelijkheid besluiten klager in te sluiten
tijdens
de duur van die activiteit. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep inzake het beklag als vermeld onder f. overweegt de beroepscommissie het volgende. Klager wil op zijn eigen cel gebruik maken van een laptop met internetverbinding in verband met zijn studie, gedecowerkzaamheden en om zijn
gratie- en herzieningsverzoek voor te bereiden. Uit de afwijzende beslissing van de directeur van 16 juni 2015 en hetgeen ter zitting namens klager is verklaard begrijpt de beroepscommissie dat klager slechts tijdens het onderwijs gebruik kan maken van
een computer en dat hij dan onder toezicht van een leraar gebruik kan maken van internet. Klager heeft in de procedure gesteld dat dit onvoldoende is en dat dit een bestaande mogelijkheid betreft. De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing
van
16 juni 2015 onvoldoende blijk heeft gegeven van een individuele op de persoon van klager betrokken belangenafweging. Reeds hierom zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren. Zij zal de uitspraak van de beklagcommissie en de bestreden
beslissing van 16 juni 2015 vernietigen. De directeur zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder b, c. en d. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder a. en e. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag als vermeld onder f. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de
directeur op binnen veertien dagen na ontvangst van deze uitspraak een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. U.P. Burke, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Boerhof, secretaris, op 20 november 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven