Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3708/GB, 24 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:24-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/3708/GB

Betreft: [klager] datum: 24 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 november 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 3 december 2015 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen te Alphen aan de Rijn niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Op 30 oktober 2015 is klager opgeroepen zich op 3 december 2015 te melden in de gevangenis van de p.i. Groot Alphen te Alphen aan de Rijn voor het ondergaan van 42 dagen gevangenisstraf. Op 3 november 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift
ingediend dat op 4 november 2015 niet-ontvankelijk is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De selectiefunctionaris stelt dat nu klagers afspraak bij de specialist op 24 november 2015 plaatsvindt en hij zich pas op 3 december 2015 dient te melden, uitstel van
twee
maanden niet nodig is. Volgens klager is er geen rekening gehouden met de pijn en de gevolgen van deze afspraak. Op 3 november 2015 heeft klager verzocht om twee maanden uitstel en de selectiefunctionaris heeft op 4 november 2015 dit verzoek afgewezen.
Klager heeft hierdoor het gevoel dat er niet goed naar zijn probleem is gekeken. Klager vraagt om twee maanden uitstel, omdat hij last heeft van vergevorderde aambeien. Hij heeft veel pijn en hij kan daardoor niet lopen of zitten. Momenteel is klager
net een invalide. Op 24 november 2015 wordt klager hiervoor behandeld bij een specialist. Aan klager is door de specialist verteld dat hij na deze behandeling zeker drie weken nog meer pijn zal hebben. Klager weet niet goed hoe hij zich moet melden bij
de p.i. als het in de auto zitten al niet eens gaat. Klager vraagt nogmaals om twee maanden uitstel van zijn melddatum zodat alles kan helen en hij zich gezond kan melden bij de p.i.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Uit de aanwijzing van het Openbaar Ministerie ten aanzien van het uitstelbeleid volgt dat een verzoek om uitstel om verschillende redenen kan
worden toegekend. Voorop staat echter de noodzaak van de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal uitstel worden verleend. Klager is op 18 juni 2015 opgeroepen om zich op 22 juli 2015 te melden. Vanwege een
gratieverzoek is de tenuitvoerlegging van klagers straf vervolgens opgeschort. Op 3 november 2015 heeft klager verzocht om twee maanden uitstel van zijn meldplicht vanwege een behandeling in het ziekenhuis. Nu de oproepdatum na de behandeldatum in het
ziekenhuis staat gepland, is dit geen reden om uitstel te verlenen en is klagers verzoek afgewezen. De selectiefunctionaris merkt op dat in de beslissing van 4 november 2015 staat vermeld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn bezwaar, dit is echter
onjuist. Dit neemt niet weg dat er door klager geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die aanleiding geven om uitstel te verlenen. Hoewel de selectiefunctionaris begrip heeft voor klagers situatie, heeft klager onvoldoende onderbouwd waarom de
pijnklachten die het gevolg zouden zijn van de behandeling een reden vormen om uitstel te verlenen. Klager heeft geen (nieuwe) bewijzen overgelegd waaruit blijkt dat hij na de behandeling niet in detentie kan verblijven. Daarnaast is er in de p.i. een
medische dienst waar klager terecht kan.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Groot Alphen is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Op grond van artikel 17, eerste en tweede lid, jo. artikel 61, vijfde lid, van de Pbw dient het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen
te worden ingediend. De beroepscommissie stelt vast dat nu klager op 30 oktober 2015 is opgeroepen zich op 3 december 2015 te melden en hij hiertegen op 3 november 2015 in bezwaar is gegaan, hij dient te worden ontvangen in zijn bezwaar.

4.4. De omstandigheid dat klager lichamelijke klachten heeft en hiervoor op 24 november 2015 wordt behandeld, vormt naar het oordeel van de beroepscommissie, nu klager zijn klachten onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, geen reden om klager
uitstel
van zijn meldplicht te verlenen. Bovendien is in de inrichting een medische dienst waar klager terecht kan. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Daarom beslist de beroepscommissie als volgt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de beslissing van 4 november 2015, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn bezwaar, maar verklaart dit bezwaar ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 24 november 2015

secretaris voorzitter

Naar boven