Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1210/TA, 23 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:23-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1210/TA

betreft: [klager] datum: 23 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 april 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 augustus 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is gehoord klagers raadsman,
mr. R. Polderman.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Namens het hoofd van de inrichting is op 20 augustus 2015 schriftelijk meegedeeld dat van de zijde de inrichting niemand ter zitting zal verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. de verlenging van klagers afzondering, ingaande op 20 januari 2015,
b. de verlenging van klagers afzondering, ingaande op 17 februari 2015,
c. de verlenging van klagers afzondering, ingaande op 17 maart 2015.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er waren onvoldoende zwaarwegende redenen om tot verlenging van de afzondering over te gaan. De afgelopen periode hebben er geen incidenten
plaatsgevonden die een verlenging van de afzondering rechtvaardigden. Het lijkt wel alsof de afzondering steeds automatisch wordt verlengd. De grenzen van proportionaliteit zijn overschreden en de bestreden beslissingen zijn in strijd met de
redelijkheid en billijkheid.

Het hoofd van de inrichting heeft in beroep gepersisteerd bij het standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagrechter.

3. De beoordeling
Op grond van de schriftelijke inlichtingen van de inrichting van 7 april 2015 acht de beroepscommissie aannemelijk geworden dat de inrichting voortdurend heeft getoetst of voortzetting van de afzondering noodzakelijk was en telkens heeft bezien of
klagers bewegingsvrijheid met kleine stapjes kon worden uitgebreid. In januari 2015 is klagers bewegingsvrijheid ook daadwerkelijk uitgebreid, waardoor hij vaker in de binnentuin kon wandelen. Op 21 januari 2015 heeft klager evenwel op de binnenplaats
ernstige bedreigingen geuit jegens een personeelslid en ook medio februari 2015 heeft hij een personeelslid ernstig verbaal bedreigd. Bij deze stand van zaken heeft de inrichting naar het oordeel van de beroepscommissie in redelijkheid de bestreden
beslissingen kunnen nemen. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan mitsdien niet tot andere beslissingen leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd met
aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 23 september 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven