Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3255/GV, 18 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:18-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/3255/GV

betreft: [klager] datum: 18 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 30 september 2015 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft verzocht om incidenteel verlof tijdens en rondom de bevalling van zijn vriendin, zodat hij deze gebeurtenis bij kan wonen en zijn steun kan verlenen. Het verzoek had ook moeten worden
aangemerkt als kraambezoek als bedoeld in artikel 26 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (de Regeling).
De duur van detentie is niet relevant in het kader van een verzoek tot incidenteel verlof. Een dergelijk verzoek kan op ieder moment worden ingediend. Het is maar de vraag of klager er rekening mee had kunnen houden dat hij niet bij de bevalling
aanwezig zou kunnen zijn. Voorts is het voor klager onbegrijpelijk dat hij voor onrust zou kunnen zorgen bij andere patiënten.
Door de inrichting is geen enkel argument genoemd waarom beveiliging noodzakelijk wordt geacht tijdens incidenteel verlof.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voor het tijdelijk verlaten van de inrichting in deze fase van klagers detentie is toezicht en bewaking geïndiceerd, hetgeen bij een bevalling is uitgesloten. Uit klagers
beroep
is gebleken dat het verzoek ook was bedoeld als een verzoek om kraambezoek. Daarop is inmiddels positief beslist.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de p.i. Groot Alphen heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag omdat beveiliging noodzakelijk wordt geacht, hetgeen bij een bevalling is uitgesloten.
Het Openbaar Ministerie heeft negatief geadviseerd onder meer wegens klagers veroordeling voor een ernstig geweldsdelict en de duur van detentie.
De politie heeft zich van advies onthouden. Het verlofadres is geverifieerd en in orde bevonden.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar en zes maanden met aftrek, wegens opzettelijke vrijheidsberoving en gekwalificeerde vermogensdelicten. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van zes maanden te ondergaan, alsmede veertig dagen
vervangende hechtenis op grond van de Wet Terwee en een subsidiaire hechtenis van negen dagen. De einddatum van klagers detentie is thans gesteld op 11 september 2017.

Klager heeft verzocht om incidenteel verlof om bij de bevalling van zijn vriendin aanwezig te zijn. In beroep is namens klager aangevoerd dat het verzoek tevens moet worden aangemerkt als een verzoek om kraambezoek. Uit de inlichtingen van de
Staatssecretaris blijkt dat het verzoek om kraambezoek op 21 oktober 2015 is toegewezen. Voor zover het verzoek ook betrekking heeft op kraambezoek zal klager niet-ontvankelijk worden verklaard, nu dit verlof inmiddels is verleend.

Incidenteel verlof kan op grond van artikel 21, eerste lid, van de Regeling worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is. In de artikelen 23 tot en met 31
van de Regeling staat een aantal gevallen vermeld waarvoor incidenteel verlof verleend kan worden. Dit is geen uitputtende opsomming. Ook andere gevallen kunnen aanleiding geven voor het verlenen van incidenteel verlof. Het bijwonen van de bevalling
van
een partner, dan wel het steunen van de partner voor of na de bevalling, kunnen als zodanig worden aangemerkt. Op grond van artikel 21, tweede lid, van de Regeling kan incidenteel verlof indien nodig onder bewaking of begeleiding plaatsvinden. De
beroepscommissie overweegt dat in dit geval - vanwege de reden voor incidenteel verlof - van verlof onder begeleiding of bewaking geen sprake kan zijn. Gezien het vorenstaande is de afwijzing door de Staatssecretaris van klagers verzoek tot het
tijdelijk verlaten van de inrichting niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager ten aanzien van het kraambezoek niet-ontvankelijk in zijn beroep en verklaart het beroep voor wat betreft het bijwonen van de bevalling ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 18 november 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven