Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3640/GB, 13 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:13-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/3640/GB

Betreft: [klager] datum: 13 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [...], namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 oktober 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn bezwaar tegen de oproep zich op 9 november 2015 te melden in de gevangenis van de locatie Esserheem.

2. De feiten
Op 11 juni 2015 is klager opgeroepen zich op 9 november 2015 te melden in de gevangenis van de locatie Esserheem voor het ondergaan van veertien dagen gevangenisstraf. Op 26 oktober 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 27
oktober 2015 niet-ontvankelijk is verklaard. In het kader van de beroepsprocedure is de melddatum uitgesteld tot 16 november 2015.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft een ernstige liesbreuk en hij heeft hiervoor op 3 november 2015 een afspraak met de narcotiseur. De ingreep is niet heel groot, maar klager heeft al
twee hartinfarcten gehad waardoor een dergelijke ingreep meer risico’s met zich meebrengt. Klagers vrouw is in maart van dit jaar overleden. Klager is destijds in de auto gestapt om een slang te halen in verband met verstikkingsgevaar bij zijn vrouw.
De
politie heeft klager toen aangehouden. Klager reed zonder rijbewijs en dat was fout, maar hij handelde in paniek. Klagers achtjarige dochter is bang dat klager ook zal overlijden. Zij wordt voor haar angsten behandeld bij de GGZ. Voor klagers dochter
is
het haar eerste Sint Maarten zonder haar moeder en klager wenst dan ook hierbij te kunnen zijn voor haar. Klager verzoekt om uitstel, zodat hij er voor zijn dochter kan zijn. Daarnaast moet klager zich laten helpen aan zijn liesbreuk en loopt hij hier
al te lang mee. Klager durft aan zijn dochter niet te vertellen dat hij de gevangenis in moet, dus verzint hij dat zijn operatie en herstel twee weken duurt.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft zijn bezwaarschrift niet binnen de gestelde termijn van zeven dagen ingediend en is derhalve niet-ontvankelijk verklaard in zijn
bezwaar. Ten overvloede overweegt de selectiefunctionaris dat uit de aanwijzing van het Openbaar Ministerie ten aanzien van het uitstelbeleid volgt dat uitstel van de meldplicht om verschillende redenen kan worden toegekend. Voorop staat echter de
noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf en daarom wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel verleend. Klager is in eerste instantie op 2 juni 2015 opgeroepen om zich op 30 juni 2015 te melden. Klager is hiertegen in bezwaar
gegaan en heeft uitstel gekregen tot 9 november 2015 zodat hij zijn dochter kon bijstaan in het verlies van haar moeder en de nodige maatregelen kon treffen. Op 24 augustus 2015 heeft klager een bezwaarschrift ingediend met het verzoek om zijn
gevangenisstraf om te zetten in elektronische detentie. Op 3 september 2015 is aan klager medegedeeld dat het omzetten van een onherroepelijke gevangenisstraf naar elektronische detentie niet mogelijk is. Daarnaast is elektronische detentie met ingang
van 1 juli 2010 afgeschaft. Klager heeft op 14 september 2015 beroep ingesteld en op 16 oktober 2015 heeft de beroepscommissie het verzoek om uitstel afgewezen. Klager heeft ten aanzien van de liesbreukoperatie geen stukken overgelegd. Klager heeft dus
mogelijk zijn operatie, die op 3 november 2015 gepland was, al ondergaan. Daarnaast kan klager, nu zijn melddatum in het kader van de beroepsprocedure is uitgesteld tot 16 november 2015, Sint Maarten met zijn dochter vieren.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Esserheem is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Bij oproep van 11 juni 2015 is klager opgeroepen zich op 9 november 2015 te melden. Bij beslissing van 3 september 2015 is klager niet-ontvankelijk in het daartegen door hem ingediende bezwaarschrift verklaard. In RSJ 16 oktober 2015,
15/3014/GB, heeft de beroepscommissie het beroep gegrond verklaard, omdat klager ten onrechte niet-ontvankelijk in zijn bezwaar was verklaard. De beroepscommissie heeft om proceseconomische redenen zelf op het beroep beslist en geoordeeld dat de oproep
tot melden van 9 november 2015 niet onredelijk of onbillijk kan worden geacht.

4.4. Nu klager aanvoert dat sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden, inhoudende zijn liesbreuk, is de beroepscommissie van oordeel dat de selectiefunctionaris het bezwaar van klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, nu het
schrijven van 26 oktober 2015 als nieuw verzoek om uitstel had moeten worden aangemerkt. Reeds hierom is het beroep gegrond en wordt de bestreden beslissing vernietigd. De beroepscommissie zal om proceseconomische redenen wederom haar beslissing in de
plaats stellen van de beslissing van de selectiefunctionaris.

4.5. Inhoudelijk overweegt de beroepscommissie als volgt. De beroepscommissie stelt vast dat de selectiefunctionaris aan klager eenmaal uitstel van zijn meldplicht heeft verleend om de nodige maatregelen te treffen met betrekking tot de opvang van
zijn dochter. De omstandigheid dat klager geopereerd wordt aan zijn liesbreuk, vormt naar het oordeel van de beroepscommissie, nu klager dit onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, geen reden om klager uitstel van zijn meldplicht te verlenen. Het
verzoek za derhalve worden afgewezen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris.
Zij stelt haar beslissing in de plaats van de vernietigende beslissing van de selectiefunctionaris en wijst het verzoek om uitstel van de tenuitvoerlegging af.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 13 november 2015

Secretaris voorzitter

Naar boven