Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2679/GB, 16 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2679/GB

Betreft: [klager] datum: 16 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D. Nieuwenhuis, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 augustus 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is in de gelegenheid gesteld op 29 oktober 2015 te worden gehoord in de penitentiaire inrichting (p.i.) De Schie te Rotterdam door een lid van de Raad, doch heeft hiervan schriftelijk afstand gedaan.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot beëindiging van zijn deelname aan een penitentiair programma (p.p.) en zijn plaatsing in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 maart 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de p.i. Nieuwegein. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor deelname aan een p.p. Op 3 juni 2015 is het programma bij de Stichting Exodus aangevangen en is klager administratief
ondergebracht bij de PIA Haarlem. Op 18 juni 2015 is beslist tot beëindiging van de deelname aan het p.p. en is klager teruggeplaatst naar de p.i. Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is gewond geraakt bij een schietpartij, waarvoor hij is opgenomen in het penitentiair ziekenhuis. De selectiefunctionaris gaat er ten onrechte vanuit dat klager een medebewoner van Exodus
met een mes heeft bedreigd. Aan de hand van bewakingscamera’s heeft de politie vastgesteld dat klager niet heeft gedreigd met een mes, maar slachtoffer is geworden van zinloos geweld. De betreffende medebewoner is een vriend van de schutter en heeft
verklaard dat klager hem met een mes heeft bedreigd teneinde de vriend straffeloos te laten blijven. Klager heeft derhalve geen gedrag vertoond dat niet past bij de uitvoering van een p.p.
Het is niet aan klager te wijten dat hij is neergeschoten en zijn veiligheid aldus in het geding is gekomen. Bovendien had klager kunnen worden overgeplaatst naar een andere plaats ter uitvoering van zijn p.p.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is betrokken geweest bij een schietincident bij de Stichting Exodus te Utrecht. Volgens Exodus was er onenigheid met een medebewoner, waarbij over en weer
bedreigingen zijn geuit. Klager heeft hierbij de medebewoner met een mes bedreigd. Dit gedrag past niet bij de uitvoering van een p.p. Klager is niet meer welkom bij de Stichting Exodus, waardoor hij geen verblijfadres meer heeft. Bovendien zou de
directie van Exodus de situatie als te gespannen hebben ingeschat, waardoor klager niet meer kon terugkeren.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager is op 13 juni 2015 gewond geraakt bij
een
schietincident bij de Stichting Exodus. Uit het selectieadvies van 18 juni 2015 van de directeur van de PIA Haarlem komt naar voren dat sprake is geweest van onenigheid met een medebewoner, waarbij over en weer bedreigingen zijn geuit en klager met een
mes heeft gedreigd. De Stichting Exodus heeft aangegeven het een te hoog risico te vinden als klager bij hen terugkomt. Wat er verder ook zij van de werkelijke toedracht – klager ontkent met een mes te hebben gedreigd en meent dat hij slachtoffer is
geworden van zinloos geweld – uit het vorenstaande heeft de selectiefunctionaris naar het oordeel van de beroepscommissie kunnen concluderen dat een voortzetting van het p.p. bij de Stichting Exodus niet mogelijk is en een terugplaatsing naar een
gesloten inrichting aangewezen is. De beslissing van de selectiefunctionaris kan derhalve, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk,
voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 16 november 2015

secretaris voorzitter

Naar boven