Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2455/GA, 10 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:10-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2455/GA

betreft: [klager] datum: 10 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.A.M. Hendrix, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 juli 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 oktober 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. B.A.M. Hendrix, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Nieuwegein, gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering van de directeur een beslissing te nemen op klagers verzoek hem een laptop te verstrekken en toestemming om zijn volledige strafdossier in te voeren.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager heeft de directeur bij brief van 21 mei 2015 verzocht hem een laptop te verstrekken dan wel hem toe te staan
zijn
volledige (fysieke) dossier te laten invoeren. Omdat het verzoek onderwerp is van eerdere discussies, heeft klagers raadsvrouw een termijn van veertien dagen verbonden aan de te nemen beslissing. De directeur heeft binnen de gestelde termijn niet
gereageerd. Zelfs niet nadat dit bij de behandeling van een aantal klaagschriften op 4 juni 2015 aan bod is gekomen. Tot op heden heeft de directeur zelfs niet gereageerd.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur weet niet precies waarom niet is gereageerd.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, kan een gedetineerde bij de beklagrechter beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. In het tweede lid van dat artikel is bepaald dat met een beslissing als bedoeld in het
eerste lid een verzuim of weigering om te beslissen wordt gelijkgesteld. Vast staat dat klager de directeur bij brief van 21 mei 2015 heeft verzocht hem een laptop te verstrekken dan wel hem toestemming te geven zijn volledige dossier in te voeren en
de
directeur hier in het geheel niet op heeft gereageerd (de beroepscommissie verwijst hier naar het door klager ingediende beroep 15/2236/GA). Gelet op vorenstaande zal het beroep gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagrechter worden
vernietigd en klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag worden verklaard. Nu naar het oordeel van de beroepscommissie in redelijkheid in een geval als het onderhavige verwacht mag worden dat er op het verzoek van klager wordt gereageerd treft de klacht
in zoverre ook doel. Het beklag zal derhalve alsnog gegrond worden verklaard en aan klager zal een tegemoetkoming van € 10,= worden toegekend.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, U.P. Burke en dr. A. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 10 november 2015

secretaris voorzitter

Naar boven