Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3537/GB, 6 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:06-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/3537/GB

Betreft: [klager] datum: 6 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.P.F. Hoens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 oktober 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 29 oktober 2015 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.

2. De feiten
Op 28 september 2015 is klager opgeroepen zich op 29 oktober 2015 te melden in de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van veertien dagen gevangenisstraf. Op 22 oktober 2015 heeft de raadsman namens klager om uitstel verzocht. De selectiefunctionaris
heeft vervolgens op 22 oktober 2015 dit verzoek opgevat als een bezwaarschrift en niet-ontvankelijk verklaard. In het kader van de beroepsprocedure is de melddatum uitgesteld tot 10 november 2015.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is het niet eens met de ongegrond verklaring van zijn bezwaar, nu klager hoger beroep heeft ingesteld en zijn vonnis nog niet onherroepelijk is geworden. Verwezen
wordt naar een “akte instellen hoger beroep” d.d. 21 oktober 2015 van de rechtbank Utrecht. De vraag of klagers vonnis onherroepelijk is, is een omstandigheid waarover het hof dient te beslissen. Het is niet aan de selectiefunctionaris om daarin te
treden. Voorts wil klager benadrukken dat hij persoonlijke en zwaarwegende belangen heeft bij uitstel van zijn detentie. Het feit dat klager hiervan geen bewijzen heeft kunnen overleggen doet hier niet aan af.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De selectiefunctionaris stelt primair dat klager zijn bezwaarschrift niet binnen de gestelde termijn van zeven dagen heeft ingediend. Daarmee
is
klager niet-ontvankelijk in zijn bezwaar. Ten overvloede voert de selectiefunctionaris aan dat uit de aanwijzing van het Openbaar Ministerie ten aanzien van het uitstelbeleid volgt dat een verzoek om uitstel om verschillende redenen kan worden
toegekend. Voorop staat echter de noodzaak van de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal uitstel worden verleend. De selectiefunctionaris heeft bij het Centraal Justitieel Incassobureau geïnformeerd en uit
deze
informatie volgt dat de opgelegde vrijheidsstraf met parketnummer 96-077054-15, op 22 september 2015 onherroepelijk is geworden. Daarnaast is de beschikking op 20 juli 2015 aan klager betekend, derhalve was klager op de hoogte van zijn zitting. Het
feit
dat klager op 21 oktober 2015 hoger beroep heeft ingesteld, vormt geen reden tot uitstel nu de opgelegde vrijheidsstraf op 22 september 2015 onherroepelijk is geworden. Met betrekking tot klagers persoonlijke en zwaarwegende belangen, merkt de
selectiefunctionaris op dat klager deze omstandigheden niet nader heeft onderbouwd en onvoldoende is komen vast te staan waarom hij in aanmerking zou moeten komen voor uitstel. Tevens heeft klagers raadsman geen nieuwe gronden aangevoerd die tot
uitstel
zullen leiden.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager van 22 oktober 2015 aangemerkt als bezwaarschrift tegen zijn beslissing van 28 september 2015 en klager in verband met termijnoverschrijding niet-ontvankelijk in dat bezwaarschrift verklaard.
Subsidiair heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat hij, indien het bezwaar ontvankelijk zou moeten worden geacht, het bezwaar ongegrond zou hebben verklaard.

4.3. De beroepscommissie is van oordeel dat de selectiefunctionaris klagers schrijven van 22 oktober 2015 als een nieuw verzoek om uitstel had moeten aanmerken. Nu de selectiefunctionaris dat niet heeft gedaan, kan diens beslissing niet in stand
blijven. Reeds hierom is het beroep gegrond en wordt de beslissing vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen, waarbij tevens in acht moet worden genomen dat uit artikel 557, eerste lid, van het Wetboek van
Strafvordering volgt dat, voor zover niet anders bepaald, geen beslissing mag worden ten uitvoer gelegd zolang daartegen nog enig gewoon rechtsmiddel openstaat en zo dit is aangewend tot het ingetrokken is of daarop is beslist. Uit de akte van de
rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 21 oktober 2015 volgt dat klagers raadsman op laatstgenoemde datum hoger beroep heeft ingesteld tegen het vonnis met parketnummer 96-077054-15.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 6 november 2015

secretaris voorzitter

Naar boven