Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2714/GM, 3 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:03-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2714/GM

betreft: [klager] datum: 3 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 6 augustus 2015 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 oktober 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord.
De inrichtingsarts verbonden aan de locatie Roermond heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 22 mei 2015, betreft het niet tijdig doorverwijzen naar een specialist in verband met ernstige pijnen in de maagstreek.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht.
Klager is door de medische dienst als een hond behandeld. Hij had ontzettende pijn en kon bijna niet meer lopen. Daar werd eigenlijk niets mee gedaan. Hij heeft twee dagen later opnieuw geklaagd. Toen kreeg hij andere pijnmedicatie maar ook die hielp
niet. Hij heeft toen ook een klysma gehad omdat gedacht werd aan een verstopping. Klagers ontlasting kwam overigens pas op gang na het bezoek aan de internist. Klager is in die periode veel afgevallen. Een en ander begon nadat klager door de tandarts
antibiotica voorgeschreven had gekregen in verband met kiespijn. Het betrof een kuur van twee weken. Tijdens die kuur kreeg hij bloed in zijn ontlasting terwijl hij ook moest overgeven. Ook kreeg hij last van diarree. Dat is overgegaan nadat hij van de
internist een ander medicijn voorgeschreven had gekregen.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt niet nader toegelicht.

3. De beoordeling
Uit het medisch dossier van klager komt naar voren dat hem, naar aanleiding van gebitsklachten, door de inrichtingstandarts antibiotica (amoxiline) is voorgeschreven alsmede een pijnstiller (ibuprofen). Klager kreeg vervolgens last van zijn maag en
problemen met de ontlasting.

Naar het oordeel was de beroepscommissie is de diagnose die vervolgens werd gesteld onjuist. Er is te lang doorgegaan met de verstrekking van de pijnstiller en te weinig is gekeken naar de aard van al de klachten. Pas na twee weken is aan klager een
maagremmer voorgeschreven terwijl dit, gelet op de klachten en de aard van de voorgeschreven antibiotica in combinatie met de pijnstiller, eerder voor de hand had gelegen. Bij een juiste diagnosestelling waren de klachten van klager waarschijnlijk
minder ernstig geweest. De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts moet worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal
derhalve gegrond worden verklaard.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming en zal de hoogte daarvan vaststellen op € 20,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond.
Zij bepaalt de aan klager ten laste van de locatie Roermond toekomende tegemoetkoming op € 20,-.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, dr.ing. C.J. Ruissen en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 3 november 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven