Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1696/TA en 15/2452/TA, 2 november 2015, beroep
Uitspraakdatum:02-11-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 15/1696/TA en 15/2452/TA

betreft: [klager] datum: 2 november 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften ingediend door mr. B.J. Tieman namens

[...], verder te noemen klager, en

het hoofd van FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen respectievelijk een uitspraak van 26 mei 2015 en een uitspraak van 22 juli 2015 van de beklagcommissie bij de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 13 oktober 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.J. Tieman, [...], juridisch medewerker, en [...], hoofd behandeling en bedrijfsvoering.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de overplaatsingen van klager naar de afdelingen Onyx 1, Onyx 2 en Olivijn(15/1696/TA) en
b. het niet voortvarend reageren op klagers bellen via de intercom op 2 mei 2015(15/2452/TA).

De beklagcommissie heeft het beklag vermeld onder a. voor wat betreft de plaatsing op de afdeling Olivijn ongegrond verklaard, voor het overige klager niet-ontvankelijk in het beklag verklaard en het beklag vermeld onder b. gegrond verklaard en klager
ter zake (nog) geen tegemoetkoming toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en/of namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Klager had helemaal niet overgeplaatst moeten worden van Olivijn naar Onyx 1 en 2 of hij had hij op Onyx 2 moeten blijven. De overplaatsingen gingen gepaard met veel onrust en ellende. Stabiliteit is voor klager, die een autistische stoornis heeft,
van groot belang. De inrichting heeft gefaald in haar zorgplicht. In FPC Veldzicht werd vóór klagers overplaatsing naar FPC De Kijvelanden gedacht over verlofverlening. Klager liep vrij rond in FPC Veldzicht. Hij heeft zelf gekozen voor FPC De
Kijvelanden, maar dacht dat hij daar op een vrije groep zou worden geplaatst. Na de twee interne overplaatsingen is klager weer terug op Olivijn. Hij kan wel opschieten met het personeel van Olivijn, maar zit tussen gestoorde verpleegden. Klager is
niet
gestoord van geest. Er is een inschattingsfout gemaakt. Het is niet juist dat klager deels niet-ontvankelijk is verklaard in het beklag. Het beklag heeft betrekking op de gehele gang van zaken rond de overplaatsingen. De overplaatsingen hebben klager
geschaad en zijn behandeling vertraagd. Verzocht wordt om de gemaakte fout te erkennen en klager een symbolische tegemoetkoming van € 500,= toe te kennen. Tevens wordt verzocht om klager terug te plaatsen naar Onyx 1 of Onyx 2. Klager heeft door het
falen van de inrichting een ruime periode voorafgaand aan de laatste overplaatsing in de isoleercel moeten doorbrengen.
b. Het duurde anderhalf uur voordat gereageerd is op klagers oproep. Hij kan zich dit heel goed herinneren, want hij had een boterkoek in de oven staan. De volgende dag zou zijn moeder op bezoek komen. Ook als binnen een half uur gereageerd zou zijn,
zou dit te lang hebben geduurd. Klager houdt dit soort gegevens/data goed bij.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. De afdeling Onyx 1, bestemd voor verpleegden met een licht verstandelijke beperking, was de beoogde afdeling voor klager. Die afdeling was echter net opgestart en klager had net een zware decompensatie met fors geweld doorgemaakt. Om die reden is
hij
eerst op de afdeling Olivijn, een afdeling voor intensieve zorg, als bedoeld in artikel 32, eerste en tweede lid, van de Bvt, geplaatst. Na zijn overplaatsing naar Onyx 1 op 18 december 2014 is de afdeling Onyx 2 geopend bestemd voor LVB-verpleegden
die
meer structuur en begeleiding behoeven. Onyx 1 richtte zich meer op verpleegden die een minder individuele begeleiding behoeven en meer baat hebben bij interactiemomenten op de groep. Klager heeft een intensieve begeleidings- en structuurbehoefte en is
toen geplaatst op Onyx 2. Op Onyx 2 ging het niet goed. Klager gleed af. Er waren veel conflicten met medeverpleegden. Escalatie vond plaats op 19 maart 2015. Klager is toen gesepareerd, omdat de orde en de veiligheid niet te waarborgen waren. Klager
is
vervolgens teruggeplaatst naar de afdeling Olivijn. Hij heeft weinig contact met medeverpleegden. De laatste tijd gaat het veel beter met klager. Hij gebruikt de maaltijd op de groep. Het lijkt niet juist als de pogingen van de inrichting om klager op
een normale afdeling te plaatsen, zouden worden afgestraft.
b. Op de oproep is binnen een kwartier gereageerd. Paracetamol is binnen een half uur verstrekt. Dit is gebruikelijk. Het is nagevraagd bij het personeel en het personeel kon zich dit herinneren. Klager was in die periode erg onrustig en deed veel
oproepen via de intercom.

3. De beoordeling
Met betrekking tot a. (15/1696/TA):
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Zij zal derhalve het beroep van klager ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie
bevestigen.

Met betrekking tot b. (15/2452/TA):
Door klager is ter zitting van de beroepscommissie aangevoerd dat het op 2 mei 2015 anderhalf uur heeft geduurd voordat er werd gereageerd op zijn oproep die hij deed omdat hij een boterkoek in de oven had staan. Ter zitting van de beklagcommissie
heeft
klager aangegeven dat zijn beklag inhoudt dat hij twee uur moest wachten voordat hem paracetamol werd verstrekt.
Volgens het hoofd van de inrichting is het protocol gevolgd en is binnen een kwartier op de oproep gereageerd en is klager binnen een half uur paracetamol verstrekt. De beroepscommissie is van oordeel dat uit de stukken en het onderzoek ter zitting
niet aannemelijk is geworden dat door de inrichting anders dan volgens het protocol is gehandeld en dat niet tijdig op klagers oproep zou zijn gereageerd.
Zij zal derhalve het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
Zij verklaart het beroep van klager (15/1696/TA) ten aanzien van a. ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie. De beroepscommissie verklaart het beroep van het hoofd van de inrichting (15/2452/TA) ten aanzien van b. gegrond, vernietigt
de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, drs. J.E. Wouda en mr. R. van de Water, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 2 november 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven