Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/3337/GB, 26 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:26-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/3337/GB

Betreft: [klager] datum: 26 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.G.J. Plat, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 oktober 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich 2 november 2015 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 25 september 2015 is klager opgeroepen zich op 2 november 2015 te melden in de p.i. Vught voor het ondergaan van 202 dagen gevangenisstraf. Op 2 oktober 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 5 oktober 2015 ongegrond is
verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klagers dochter en kleinkinderen zijn geëmigreerd naar Aruba en hij heeft hen al een langere tijd niet gezien. Van 12 december 2015 tot en met 3 januari 2016 verblijven
zij in Nederland om samen de feestdagen door te brengen. Klager verzoekt om twee maanden uitstel (tot 4 januari 2016), zodat hij voor een korte periode met zijn familie herenigd is. De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek om uitstel afgewezen,
aangezien de aangevoerde gronden niet binnen het uitstelbeleid vallen en de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voorop staat. Blijkens bijlage 2 van de ‘Aanwijzing executie’ van het Openbaar Ministerie (OM) vormen een reeds geboekte
vakantie en gezinsproblematiek redenen tot het inwilligen van verzoeken tot uitstel. Klagers omstandigheden vallen binnen dit uitstelbeleid. Klager merkt op dat het niet zo kan zijn dat bij een reeds geboekte vakantie wel uitstel wordt verleend, maar
in
klagers geval niet. Bij klager gaat het om meer dan een reeds geboekte vakantie, namelijk om familiehereniging. Bovendien is er sprake van gezinsproblematiek, aangezien aan klagers kleinkinderen niet valt uit te leggen dat hij er niet is, terwijl ze
voor hem naar Nederland komen. Voorts merkt klager op dat hij als financieel administratief medewerker werkt bij een café en verantwoordelijk is voor het opmaken van de kasstaten en het aanleveren van de (financiële) administratie ten behoeve van de
aanvraag van een horecavergunning voor het café. Verwezen wordt naar een brief van het administratiekantoor waaruit blijkt dat de vergunningaanvraag bij de gemeente in behandeling is. Blijkens bijlage 2 van de ‘Aanwijzing executie’ is het zoeken van
een
zaakwaarnemer eveneens een reden voor het inwilligen van het verzoek tot uitstel. Voor het regelen van een vervanger van klager is namelijk enige tijd nodig, verwezen wordt naar een brief van de eigenaresse van het café. Ten slotte valt volgens klager
niet in te zien waaruit de acute noodzaak tot tenuitvoerlegging bestaat, aangezien het gepleegde feit van drie jaar geleden dateert. Klager merkt op zich niet te willen onttrekken aan de aan hem opgelegde straf, maar wenst enkel twee maanden uitstel
van
zijn melddatum.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Uit de aanwijzing van het OM ten aanzien van het uitstelbeleid blijkt dat slechts in uitzonderlijke omstandigheden uitstel wordt verleend. De
noodzaak tot tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf staat voorop. Hoewel de selectiefunctionaris begrip heeft voor klagers wens om met zijn familie de feestdagen door te brengen, vormt dit geen reden om uitstel te verlenen. Daarnaast is de
gezinsproblematiek niet zodanig dat dit een reden is voor uitstel. Het is klagers verantwoordelijkheid hoe en wat hij aan zijn familie vertelt. Evenmin zou uitstel worden verleend wanneer klager zelf een reis naar Aruba had geboekt na het ontvangen van
zijn oproepbrief. Ten aanzien van klagers baan als administratief medewerker, merkt de selectiefunctionaris op dat de belangen van de werkgever ondergeschikt zijn aan de vooropstaande noodzaak tot tenuitvoerlegging van de aan klager opgelegde
vrijheidsstraf. Er is in het onderhavige geval geen sprake van een eigen bedrijf.

4. De beoordeling
4.1. De p.i. Vught is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager verzoekt om uitstel van twee maanden van zijn meldplicht, omdat zijn dochter en kleinkinderen naar Nederland komen voor de feestdagen. Daarnaast is er volgens klager sprake van gezinsproblematiek, aangezien aan zijn kleinkinderen niet
valt uit te leggen waarom hij er dan niet is. Voorts heeft klagers werkgeefster enige tijd nodig om vervanging voor klager te vinden, teneinde financiële schade te voorkomen. Deze door klager aangevoerde feiten en omstandigheden brengen de
beroepscommissie tot het oordeel dat het beroep gegrond dient te worden verklaard, waarbij doorslaggevend is dat de reis van klagers dochter en haar gezin al is geboekt op 1 september 2015, derhalve vóór de oproepdatum van 25 september 2015.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris dient, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk of onbillijk te worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve gegrond worden
verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. De beroepscommissie bepaalt dat aan klager twee maanden uitstel wordt verleend en dat de selectiefunctionaris hem opnieuw zal oproepen.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 26 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven