Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1585/GA, 22 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1585/GA

betreft: [klager] datum: 22 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 mei 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord.
De directeur van de p.i. Nieuwegein heeft op 25 augustus 2015 schriftelijk bericht dat hij verhinderd is ter zitting te verschijnen.
De beroepscommissie heeft beslist de behandeling van het beroep aan te houden ten einde de directeur in de gelegenheid te stellen nadere inlichtingen te verstrekken. Van het verhandelde ter zitting is een verslag opgemaakt. De directeur heeft bij brief
van 1 oktober 2015 gereageerd. Een afschrift van deze reactie is aan klager verzonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om aan klager zijn televisie te verstrekken.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In 2013 wilde klager een televisie invoeren. Dit mocht niet, omdat de televisie voorzien zou zijn van een USB-aansluiting. De beklagcommissie gaf klager
ongelijk, maar de beroepscommissie oordeelde dat de televisie beschikte over een CI+-aansluiting en niet over een USB-poort. Een CI+-aansluiting wordt gebruikt om middels een abonnement toegang te krijgen tot films. Inmiddels staat een televisie met
CI+-aansluiting op de lijst van verboden voorwerpen, maar ten tijde van het beklag waren de huisregels uit 2012 nog van toepassing. Onder de voorwaarde dat bij vertrek zijn televisie in de oude staat zou worden hersteld, heeft klager ingestemd met
verzegeling van zijn televisie, inhoudende dat een sticker wordt geplaatst over de CI+-aansluiting. Echter, door het personeel is een draad in zijn televisietoestel doorgeknipt. Klager heeft zijn toestel enige tijd tot zijn beschikking gehad maar deze
was kapot. Hij moest zijn toestel ophalen bij het bad, maar volgens het afdelingshoofd was dat eigenlijk niet de bedoeling. Momenteel staat zijn televisie weer bij het bad. Ook de afstandsbediening van de televisie is kapot. In tegenstelling tot
hetgeen
de directeur heeft verklaard, heeft klager niet getekend voor de verzegeling.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft wel getekend voor de verzegeling. Dit blijkt ook uit het overgelegde verzegelingsformulier. Op 31 maart 2015 heeft klager besloten om
toch
de verzegeling te laten uitvoeren, in de wetenschap dat dit per 1 april 2015 niet meer kon worden gedaan. De televisie is verzegeld door middel van twee zegels die bij verwijdering zichtbaar blijven. Hierdoor is geen schade toegebracht aan de
televisie.
De zegels kunnen niet onzichtbaar verwijderd worden. Er is geen draad doorgeknipt. De inrichting heeft de verzegelingskosten betaald. Klager heeft zijn televisie op cel gehad. Hij wilde zijn klacht intrekken als hij de televisie aan een andere
gedetineerde mocht geven. Dit is niet mogelijk volgens de procedure. Wel is het mogelijk om de televisie uit te voeren en vervolgens door een andere gedetineerde in te voeren. Klager heeft op 21 september 2015 de televisie uitgevoerd. Een relatie van
de
medegedetineerde heeft de televisie opgehaald en deze opnieuw ingevoerd. De televisie wordt echter niet aan de medegedetineerde verstrekt, want er zit een CI+ aansluiting op, hetgeen niet meer wordt toegestaan in de inrichting. De verzegelingsstickers
waren nog op de televisie aanwezig. Met betrekking tot de afstandsbediening is het niet meer te traceren of deze wel of niet kapot is geweest.

3. De beoordeling
De beroepscommissie merkt het volgende op. Klagers klaagschrift is gericht tegen de weigering aan hem zijn televisie te verstrekken, ondanks een eerdere uitspraak van de beroepscommissie. Gedurende de beklagprocedure bleek dat klager inmiddels over
zijn
televisie beschikt, maar dat deze kapot is. De beroepscommissie vat het beklag derhalve op als te zijn gericht tegen het - na langdurige weigering - verstrekken van klagers televisie terwijl deze is beschadigd. Klager heeft gesteld dat het personeel
een
draad in zijn televisietoestel heeft doorgeknipt en dat zijn televisie daardoor kapot is. Tevens is de afstandsbediening kapot. De directeur heeft klagers stelling betwist en gesteld dat de televisie is verzegeld door middel van twee zegels, waarbij
geen schade is toegebracht. Gelet hierop en nu klager niet nader heeft onderbouwd dat zijn televisie - als gevolg van de wijze van verzegelen - en de afstandsbediening pas in de inrichting kapot zijn gegaan, is de beroepscommissie van oordeel dat de
schade aan klagers televisie en afstandsbediening niet aan de directeur kan worden toegerekend. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 22 oktober 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven