Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1803/GA, 20 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:20-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1803/GA

betreft: [klager] datum: 20 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 25 mei 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 25 september 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en mevrouw [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering om klager een typemachine op cel te laten houden.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Ondanks een eerder oordeel van de beklagcommissie dat de directeur een nieuwe, onderbouwde beslissing moest nemen, is klagers verzoek wederom afgewezen.
Een typemachine zou een zwaar voorwerp zijn, dat als wapen kan worden gebruikt. Klager beschikt echter over een televisie en radio van groter formaat. Voorts zou contrabande verstopt kunnen worden in de typemachine, maar dit geldt net zo goed voor een
cd-speler en cassetterecorder, welke voorwerpen wel zijn toegestaan op cel. De typemachine die klager wenst in te voeren hoeft niet geopend te worden om het typelint te vervangen. Klager wenst een typemachine op cel te hebben voor uitgebreide
correspondentie en om een boek te schrijven. De tijd die hij krijgt om een computer bij het onderwijs of de
re-integratie te gebruiken, is te beperkt. Bovendien wil hij die tijd daadwerkelijk aan onderwijs en re-integratie besteden en mogen die computers niet gebruikt worden voor niet-educatieve zaken.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De aanwezigheid van een typemachine kan een veiligheidsrisico inhouden. Een typemachine is een relatief zwaar voorwerp en kan bij calamiteit gebruikt
worden om mee te gooien. Tevens kan contrabande verstopt worden in een typemachine. Voorts is een typemachine demontabel waarbij onderdelen gebruikt zouden kunnen worden voor andere doeleinden die de veiligheid van een ieder in de weg zouden kunnen
staan. Daarnaast bemoeilijkt een teveel aan toegestane goederen de verplichte celinspecties. Bovendien speelt het delict waarvoor klager vastzit een rol bij de afweging. Klagers persoonlijk belang wordt ondergeschikt geacht aan het algehele
veiligheidsbelang van de inrichting. Klager kan gebruik maken van de computers bij het onderwijs of bij de re-integratie.

3. De beoordeling
Een typemachine staat niet vermeld op de in artikel 4.5.1.1 van de huisregels opgenomen lijst van verboden voorwerpen en evenmin op de in artikel 4.5.1.2 van de huisregels opgenomen lijst van toegestane voorwerpen. In een dergelijk geval dient
directeur
een gemotiveerde en kenbare afweging te maken tussen enerzijds het belang van klager om het voorwerp op cel te hebben en anderzijds de belangen als vermeld in artikel 45, eerste en tweede lid, van de Pbw.

Naar aanleiding van een uitspraak van 3 maart 2015 van de beklagcommissie bij de p.i. Vught heeft de directeur op 24 maart 2015 een nieuwe beslissing genomen op klagers verzoek. Aan de hand van een viertal argumenten is het verzoek afgewezen in het
kader van het algehele veiligheidsbelang van de inrichting. Door klager zijn deze bezwaren uitvoerig weersproken. Mede gelet op hetgeen door klager naar voren is gebracht, is de beroepscommissie van oordeel dat de door de directeur aangedragen
bezwaren
op zich onvoldoende zijn om tot een afwijzende beslissing op klagers verzoek te komen.

Gezien het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. Zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. A. van Waarden, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 20 oktober 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven