Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2170/GA, 13 oktober 2015, beroep
Uitspraakdatum:13-10-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/2170/GA

betreft: [klager] datum: 13 oktober 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 mei 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 25,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de vermissing van zijn radio, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is toegelicht dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraak van de beklagrechter.

De directeur heeft daarop schriftelijk gereageerd.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt voorop dat een tegemoetkoming is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien deze schade eenvoudig is te begroten, kan aanleiding bestaan schadevergoedingsaspecten te betrekken
bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In het onderhavige geval is de schade niet eenvoudig vast te stellen. Klager heeft de gestelde hoogte van de schade niet gestaafd, nu hij geen aankoopbon heeft overgelegd en de waarde van de vermiste
radio ook niet op een andere wijze aannemelijk is geworden. Voor een eventuele schadevergoeding kan klager een verzoek doen aan de directeur van de inrichting of zich richten tot de civiele rechter. Uit het klaagschrift, de reactie van de directeur op
het klaagschrift en het verweer van de directeur in beroep volgt evenwel dat de directeur klager ter compensatie een bedrag van
€ 35,= aangeboden heeft. De beroepscommissie kan zich derhalve niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming.

Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 35,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 35,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Eijk, secretaris, op 13 oktober 2015

secretaris voorzitter

Naar boven