Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2145/GB, 22 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2145/GB

Betreft: [klager] datum: 22 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van 5 juli 2015, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 juni 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 december 2014 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Weg te Amsterdam. Op 12 juni 2015 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Lelystad, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is overgeplaatst naar de p.i. Lelystad, omdat hij geregistreerd staat in de top 600 van meest overlast gevende personen in Amsterdam. Klager geeft in het kader
van
de ontvankelijkheid aan, dat zijn raadsman pas op 30 juni 2015 voor het eerst de beslissing op het bezwaarschrift toegezonden heeft gekregen. Bestreden wordt dat de beslissing aan klager is uitgereikt. Voorts is klager van mening dat hij ten onrechte
als top 600 kandidaat wordt aangemerkt. Klager geeft verder aan dat hij niet bekend is met een speciale aanpak die voor hem geldt en voor zover er wel sprake is van een speciale aanpak, deze ook in een andere p.i. kan worden toegepast. Klager spreekt
in
dit verband zijn voorkeur uit voor plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard. Niet onderbouwd is waarom plaatsing aldaar geen reële mogelijkheid is. Klager verzoekt om een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De selectiefunctionaris geeft aan dat gezien het korte tijdsbestek tussen de beslissing, de plaatsing en de activiteiten, het personeel niet in
de gelegenheid was om de beslissing aan klager uit te reiken. Klager is dermate vaak met politie en justitie in aanraking gekomen dat hij geregistreerd staat in de top 600. De gemeente Amsterdam heeft voor deze doelgroep een speciale aanpak afgesproken
met ketenpartners en de p.i. Lelystad is aangewezen voor het onderbrengen van deze doelgroep. Klagers registratie in de top 600 is voor de selectiefunctionaris doorslaggevend geweest bij de keuze voor de plaatsing van klager in de p.i. Lelystad. Klager
geeft aan dat zijn voorkeur uitgaat naar de locatie Zuyder Bos en indien dit niet mogelijk is de p.i. Alphen aan de Rijn. Echter, voor beide voorkeuren ontbreekt de nadere onderbouwing. Evenmin wordt door klager onderbouwd waarom hij bezwaar maakt
tegen
plaatsing in de p.i. Lelystad.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis p.i. Lelystad is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Ingevolge artikel 73, tweede lid, van de Pbw wordt het beroepschrift ingediend uiterlijk op de zevende dag na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt. Een na afloop van deze termijn
ingediend
beroepschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest.

4.4. Namens klager is op 5 juli 2015 beroep ingesteld tegen de beslissing van 22 juni 2015, welk beroep op 5 juli 2015 op het secretariaat van de Raad is ontvangen. Namens klager wordt aangevoerd dat de bestreden beslissing niet aan klager is
uitgereikt en dat klagers raadsman eerst op 30 juni 2015 kennis heeft genomen van de beslissing van de selectiefunctionaris. Gelet hierop en nu de selectiefunctionaris heeft bevestigd dat de beslissing niet aan klager is uitgereikt, is de
beroepscommissie van oordeel dat klager kan worden ontvangen in zijn beroep.

4.5. De selectiefunctionaris heeft beslist tot plaatsing van klager in de gevangenis van de p.i. Lelystad, omdat met betrekking tot personen die deel uitmaken van de lijst top 600 is afgesproken dat zij aldaar geplaatst worden in het kader van
speciale begeleiding. Uit het selectieadvies van de directeur van de locatie De Weg blijkt dat klager behoort tot de top 600. Voor zover klager aanvoert dat hij ten onrechte als top 600 kandidaat is aangemerkt, is geen sprake van een beslissing van de
selectiefunctionaris. Het staat de Staatssecretaris vrij om binnen de wettelijke kaders en de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden een werkwijze te ontwikkelen bij de selectie (over)plaatsing die aansluit bij het opsporings-
en vervolgingsbeleid dat bij de top 600 Amsterdam in samenwerking met de gemeente is vormgegeven. Klager maakt deel uit van deze groep. Het belang dat klager gaat meedraaien in een programma dat is gericht op een succesvolle resocialisatie van deze
groep gedetineerden dient zwaarder te wegen dan klagers – overigens niet onderbouwde – om in de locatie Zuyder Bos te worden geplaatst.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van M.C. Coster, secretaris, op 22 september 2015

secretaris voorzitter

Naar boven