nummer: 15/2165/GA
betreft: [klager] datum: 30 september 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. E.A. Blok, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 25 mei 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Groot Alphen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet, dan wel niet tijdig, uitbetalen van de financiële tegemoetkoming wegens arbeidsongeschiktheid.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Artikel 2, derde lid, van de Regeling arbeidsloon gedetineerden (hierna: de Regeling) legt op de directeur de verplichting om de financiële
tegemoetkoming wekelijks uit te betalen. Doordat de directeur niet tijdig de financiële tegemoetkoming heeft uitbetaald, is de directeur zijn wettelijke verplichting niet nagekomen (RSJ 29 juli 2013, 13/1552/GA). Dit had tot gevolg dat klager
structureel financiële middelen tekort kwam in de periode van begin januari 2015 tot aan het moment van de nabetaling.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft de directeur ervoor gezorgd dat de gemaakte fout is hersteld, waardoor er geen sprake is van een onredelijke benadeling van betrokkene.
3. De beoordeling
In de Regeling is opgenomen dat uitbetaling van de financiële tegemoetkoming wekelijks plaatsvindt. In de toelichting op deze Regeling is hierover opgemerkt dat de kosten die een gedetineerde in een inrichting redelijkerwijs maakt, vereisen dat hij
over
een minimumbedrag per week kan beschikken. Doordat de directeur niet aan zijn wettelijke zorgplicht heeft voldaan, te weten zorgdragen voor tijdige uitbetaling van de financiële tegemoetkoming, heeft klager enige tijd niet geheel kunnen voorzien in de
kosten die hij redelijkerwijs heeft moeten maken, zoals het doen van boodschappen in de inrichtingswinkel. Het beroep zal daarom gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden
verklaard. Klager heeft door het vorenstaande ongemak ondervonden, zodat de beroepscommissie aanleiding ziet klager een tegemoetkoming toe te kennen. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming bepalen op € 5,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 5,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. E.P. Versluis, secretaris, op 30 september 2015.
secretaris voorzitter