Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1633/GB, 11 november 2002, beroep
Uitspraakdatum:11-11-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 02/1633/GB

Betreft: [klager] datum: 11 november 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 augustus 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 juli 2002 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar unit 2 te Krimpen a/d IJssel afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 26 januari 2000 gedetineerd. Hij verblijft sedert 22 april 2002 in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen De Schie te Rotterdam, een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap eneen normaal beveiligingsniveau alsmede als inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van 8 jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 20 oktober 2000. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 25 mei 2005.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager had al 16 maanden in een gevangenis voor volwassenen doorgebracht, toen hij plotseling en tegen zijn wil werd overgeplaatst naar de Jovo-gevangenis (gevangenis voor Jongvolwassenen, gebruikelijke spreektaal) te Rotterdam. Hijwil naar een gevangenis voor volwassenen toe, omdat hij gewend is met volwassen mensen om te gaan die net als hij een lange straf moeten ondergaan. Hij voelt zich dan een stuk beter op zijn gemak. In De Schie verbijven alleen maarkortgestraften en er heerst veel strijd en onrust. Klager heeft het niet naar zijn zin, want hij kan zich niet aanpassen tussen de jeugd. Klager heeft direct nadat hij was geselecteerd voor De Schie bezwaar aangetekend, maar hijheeft hier nooit meer iets van vernomen. Omdat klager en zijn bezoekers uit Rotterdam komen, wil hij graag in de gevangenis te Krimpen a/d IJssel geplaatst worden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 22 april 2002 geplaatst in de Jovo-gevangenis De Schie, omdat uit de eerste indicatiestelling bleek dat hij een tekortkoming had op B (opleiding) en dat daarbij komt dat hij first offender is. Klager heeft geenbezwaarschrift ingediend tegen deze beslissing.
De selectiefunctionaris heeft het verzoek om overplaatsing van klager afgewezen, omdat de gevangenis te Krimpen a/d IJssel geen Jovo-bestemming heeft.

4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst dieouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen.
Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologischeonvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in hetalgemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden.
Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.2. Vanuit de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen De Schie is op 22 juli 2002 een toelichting geschreven bij het verzoek om overplaatsing van klager. Hieruit komt naar voren dat al diverse gesprekken met klager zijngevoerd in verband met zijn verzoek om overplaatsing naar Krimpen a/d IJssel. Hem is daarbij diverse keren uitgelegd dat dit niet mogelijk is, aangezien hij een Jovo-indicatie heeft en dus niet naar een reguliere gevangenisovergeplaatst kan worden. Gelet hierop zijn naar aanleiding van klagers verzoek om overplaatsing ook geen adviezen aangevraagd.

4.3. Hoewel klager een aantal redenen aangeeft die ten grondslag liggen aan zijn verzoek om overplaatsing, gaat de selectiefunctionaris hier in zijn motivering niet op in. De beroepscommissie is van oordeel dat niet kan wordenvolstaan met een enkele verwijzing naar de indicatiestelling van maart 2002. Dit klemt te meer daar klager reeds geruime tijd in een penitentiaire inrichting met volwassenen had verbleven. Nu in de inrichting ook geen adviezen zijnaangevraagd met het oog op het verzoek om overplaatsing van klager, moet de gegeven motivering als onvoldoende worden aangemerkt. Het beroep zal daarom op formele grond gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing zal wordenvernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van 14 dagen na ontvangst. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor hettoekennen van een tegemoetkoming aan klager.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep op formele grond gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van14 dagen na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 11 november 2002

secretaris voorzitter

Naar boven