Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1480/GA, 22 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1480/GA

betreft: [klager] datum: 22 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Zwaag,

gericht tegen een uitspraak van 17 april 2015 van de beklagcommissie bij de voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 augustus 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zwaag, en mevrouw [...], juridisch
medewerkster bij de voormelde locatie.
Klager heeft, blijkens een schriftelijke verklaring van 27 augustus 2015, afstand gedaan van het recht om ter zitting te worden gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het inplannen van klagers bezoek en transport op hetzelfde moment, waardoor zijn bezoek voor niets naar de inrichting is gekomen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 9,80 toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Om klager tegemoet te komen is hem toegestaan zelf met zijn bezoek te bellen. Hij mocht niet vertellen dat hij op transport zou gaan maar deed dit
toch, waarop het gesprek is afgebroken. Als bezoek wordt geweigerd, wordt daarvan een formulier opgemaakt. Er is geen formulier van geweigerd bezoek voor klager op 13 februari 2015.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de onderliggende stukken en het verhandelde ter zitting is niet aannemelijk geworden dat op 13 februari 2015 klagers bezoek is geweigerd. Ook anderszins is geen sprake van een door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing waartegen,
op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw, beklag open staat. De beroepscommissie zal derhalve de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 22 september 2015

secretaris voorzitter

Naar boven