Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2706/SGA, 18 augustus 2015, schorsing
Uitspraakdatum:18-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 15/2706/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 18 augustus 2015

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Middelburg.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting, inhoudende de plaatsing op een meerpersoonscel.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 26 juni 2015 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 17 augustus 2015.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Op grond van artikel 16 van de Pbw is de directeur bevoegd een gedetineerde in een door hem te bepalen verblijfsruimte te plaatsen. Op grond van artikel 21 van de Pbw kan dat een meerpersoonscel zijn. Dat is slechts anders indien er sprake is van (één
of meer) contra-indicaties voor de plaatsing in de meerpersoonscel, gelegen in de persoon van de gedetineerde. Vooralsnog is de aanwezigheid van dergelijke contra-indicaties bij verzoeker - naar het voorlopig oordeel van de voorzitter - niet uit te
sluiten. De voorzitter merkt hierbij op dat volgens de door de directeur verstrekte inlichtingen de psycholoog van de inrichting weliswaar heeft aangegeven dat er geen zichtbare en lichamelijke aandoeningen zijn waardoor verzoeker niet op een
meerpersoonscel kan verblijven maar ook dat de inrichting nog in afwachting is van een (aanvullende) rapportage van “De Waag” waar verzoeker wegens psychische klachten onder behandeling is. Gelet op dit laatste had het op de weg van de directeur
gelegen
(via de inrichtingspsycholoog) De Waag te verzoeken om de directeur (kort) te informeren of sprake is van de door verzoeker gestelde psychische problemen alvorens te beslissen om verzoeker op een meerpersoonscel te plaatsen. Nu dit niet is geschied
acht
de voorzitter de beslissing onvoldoende zorgvuldig voorbereid en komt zij voor schorsing in aanmerking. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur om verzoeker op een meerpersoonscel te plaatsen met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 18 augustus 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven