Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1997/GB, 14 september 2015, beroep
Uitspraakdatum:14-09-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1997/GB

Betreft: [klager] datum: 14 september 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen – zo verstaat de beroepscommissie – een op 31 juli 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, nu de selectiefunctionaris de beslissing van 12 juni 2015 heeft ingetrokken,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) met aansluitend deelname aan een penitentiair programma (p.p.) (een zogenaamd gestapeld traject) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 30 juni 2013 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel. Op 21 mei 2014 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Uit navraag is gebleken dat de strafzaak met parketnummer 09/108113-14 een openstaande zaak betreft. Ingevolge de uitspraak RSJ 22 december 2014, 14/2665/GA, dient
aannemelijk te zijn dat de einddatum van de detentie zal verschuiven als gevolg van een openstaande strafzaak. Daarvan is in het onderhavige geval niet gebleken. Klager wordt in deze zaak verdacht van het plegen van een poging tot inbraak op 11
februari
2012. Dit feit is eerder gepleegd dan het feit waarvoor klager thans is gedetineerd. Het is dan ook aannemelijk dat de politierechter op grond van artikel 63 van het Wetboek van strafrecht klager geen gevangenisstraf zal opleggen. Bovendien zou deze
zaak aanvankelijk worden aangebracht op een zogenoemde taakstrafzitting van het Openbaar Ministerie.
De enkele omstandigheid dat nog geen reclasseringsadvies voorhanden is, is onvoldoende om klagers verzoek af te wijzen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Uit navraag bij de casemanager van de p.i. Krimpen aan den IJssel is gebleken dat het Openbaar Ministerie niet kon zeggen of de
openstaande strafzaak nog tijdens klagers huidige detentie inhoudelijk zal worden behandeld. Nu de beslissing van 12 juni 2015 op onjuiste gronden is genomen, is deze beslissing ingetrokken. Op 31 juli 2015 is een nieuwe beslissing genomen. Klagers
verzoek is afgewezen, omdat een reclasseringsadvies ontbreekt. Bij gebreke van een advies kan het verzoek niet inhoudelijk worden beoordeeld. De casemanager is verzocht een reclasseringsadvies op te vragen.

4. De beoordeling
4.1. Uit de beslissing van 31 juli 2015 blijkt dat de selectiefunctionaris de beslissing van 12 juni 2015 heeft ingetrokken, omdat klagers verzoek tot deelname aan een gestapeld traject ten onrechte is afgewezen op de grond dat de einddatum van
klagers detentie nog niet vast staat. In de ingetrokken beslissing is vermeld dat vanwege de onduidelijkheid omtrent de einddatum van klagers detentie de reclassering niet is gevraagd een advies op te stellen. Klagers verzoek is vervolgens op 31 juli
2015 opnieuw afgewezen, ditmaal op de grond dat nog geen advies door de reclassering is opgesteld.

4.2. Zoals reeds eerder is geoordeeld in RSJ 4 juli 2012, 12/1159/GB, overweegt de beroepscommissie dat de enkele omstandigheid dat er nog geen reclasseringsadvies is opgesteld niet aan klager kan worden tegengeworpen. De beroepscommissie komt
derhalve tot het oordeel dat de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris van 31 juli 2015 niet op goede gronden rust. Het beroep zal gegrond worden verklaard en aan de selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen
met
inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie ziet geen aanleiding voor toekenning van een tegemoetkoming aan klager.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Boerhof, secretaris, op 14 september 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven