Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0563/GA, 27 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:27-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 15/563/GA

betreft: [klager] datum: 28 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 5 februari 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 8 juli 2015, gehouden in de locatie Norgerhaven te Veenhuizen, zijn gehoord klager en [...], juridisch medewerker bij de p.i. Ter Apel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van eigendommen, onder meer een set gouden tanden, bij gelegenheid van een interne overplaatsing en de daarmee verband houdende celontruiming.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager had gouden (opzet)tanden. Klager had die tanden zelf van zijn echte tanden gehaald. Ze lagen in zijn verblijfsruimte in zijn persoonlijke kluisje. Die tanden zaten in een papiertje verpakt. De overige goederen die in dat kluisje lagen, heeft
klager wel teruggekregen. Klager denkt dat zijn gouden tanden gestolen zijn. Het standpunt van de directeur ten aanzien van klagers boodschappen, inclusief het openen van de krat door het personeel, klopt niet. Klager heeft het personeel gevraagd zijn
tabak die in zijn kluisje lag te willen halen toen klager in de strafcel verbleef. Dat hebben ze niet gedaan. Klager heeft niemand toestemming gegeven om zijn winkelbox te openen.

Namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er was sprake van een incident, waarvoor klager in de strafcel is geplaatst. Naar aanleiding daarvan is hij vervolgens teruggeplaatst naar het basisprogramma en intern overgeplaatst naar een andere afdeling. Bij die gelegenheid is zijn verblijfsruimte
ontruimd en daarvan is toen een ontruimingsverslag gemaakt. Alle in klagers verblijfsruimte aangetroffen voorwerpen zijn naar de nieuwe verblijfsruimte overgebracht. Er zijn toen geen gouden tanden aangetroffen. De betreffende winkelbox is geopend op
klagers verzoek en daar zijn toen de sigaretten gehaald waarom klager had verzocht. Bij de ontruiming is ook klagers diepvries ontdooid. Aan klager is daarvoor door de directeur compensatie gegeven. De vier pakjes sigaretten waarover klager spreekt en
die in zijn kluisje lagen, zijn in zijn nieuwe verblijfsruimte gelegd.

3. De beoordeling
Aan klager is, naar aanleiding van een vechtpartij, een disciplinaire straf opgelegd en hij is vervolgens teruggeplaatst naar het basisprogramma. Omdat klager intern werd overgeplaatst en hij op dat moment in een strafcel verbleef, is zijn
verblijfsruimte door een drietal personeelsleden ontruimd. Van die ontruiming is – zoals wettelijk voorgeschreven – een ontruimingsverslag opgemaakt. Feiten of omstandigheden die tot twijfel aan de juistheid van dat verslag zouden moeten leiden, zijn
niet aannemelijk geworden. De beroepscommissie gaat daarom uit van de juistheid van dat verslag.

Hetgeen in beroep naar voren is gebracht kan – voor zover een en ander is komen vast te staan – niet leiden tot een ander oordeel dan dat van de beklagcommissie. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard, met bevestiging van de uitspraak van de
beklagcommissie.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. F.M.J. Bruggeman en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 28 juli 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven