Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2842/SGA, 28 augustus 2015, schorsing
Uitspraakdatum:28-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 15/2842/SGA
Betreft :[verzoeker] datum: 28 augustus 2015

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. D.N.A. Brouns, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting Groot Alphen,

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 25 augustus 2015, inhoudende een disciplinaire straf van vijf dagen
opsluiting in een strafcel, met ingang van 25 augustus 2015 om 13.00 uur en eindigend op 30 augustus 2015 om 13.00 uur, omdat uit een urinecontrole is gebleken dat verzoekers kreatinegehalte lager is dan 2,0, hetgeen duidt op fraude.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 26 augustus 2015 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 28 augustus 2015.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval.

Als regel geldt dat een kreatininewaarde van minder dan 2,0 wijst op fraude. Alleen bijzondere omstandigheden kunnen een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is daarvan niet gebleken. Hierbij is in
aanmerking genomen dat uit de inlichtingen van de directeur volgt dat een gedetineerde, op het moment dat hij niet kan urineren, geadviseerd wordt om één of twee plastic bekertjes water te drinken (0,3 liter) en deze hoeveelheid vocht, volgens
informatie van het laboratorium, geen dergelijk laag kreatininegehalte kan veroorzaken. Gelet op het vorenstaande zijn er geen termen aanwezig voor toewijzing van het verzoek, nu niet op voorhand gesteld kan worden dat de beslissing van de directeur
onredelijk of onbillijk moet worden geacht.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 28 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven