Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0951/GA, 24 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:24-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/951/GA

betreft: [klager] datum: 24 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. L.M. Verkuil, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 17 maart 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het aantal uren in het basisprogramma.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is toegelicht dat en waarom hij het niet eens is met de uitspraak van de beklagrechter. Klager zou graag alsnog in de gelegenheid worden gesteld om mondeling gehoord te worden op het beroep.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter.

3. De beoordeling
Namens klager is gesteld dat klager graag alsnog in de gelegenheid zou worden gesteld om mondeling gehoord te worden. De beroepscommissie wijst dit verzoek, dat niet is onderbouwd, af nu de noodzaak van een mondelinge toelichting niet is gebleken. Zij
acht zich op basis van de stukken voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

Klagers beklag heeft betrekking op het dagprogramma dat hem in het basisprogramma is aangeboden. Deze klacht ziet naar het oordeel van de beroepscommissie op een algemene voor alle in het basisprogramma verblijvende gedetineerden geldende regel. Tegen
een algemene regel staat in beginsel geen beklag open, tenzij die regel in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Derhalve dient de beroepscommissie na te gaan of sprake is van strijd met wet- of regelgeving van hogere orde.
De p.i. Dordrecht is bij bestemmingsaanwijzing van 18 maart 2014 aangewezen als een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap. Ingevolge artikel 3, derde lid, van de Penitentiaire maatregel (Pm) wordt aan gedetineerden die verblijven in een
regime van beperkte gemeenschap tussen de 18 uren en 63 uren per week aan activiteiten en bezoek geboden. De beroepscommissie wijst erop dat in de Pm voor wat betreft het regime van beperkte gemeenschap enkel eisen zijn gesteld ten aanzien van de duur
van het activiteitenprogramma en – anders dan voor wat betreft het regime van algehele gemeenschap – niet ten aanzien van de duur van het dagprogramma. In een regime van beperkte gemeenschap valt het activiteitenprogramma veelal samen met het
dagprogramma.
Klager klaagt erover dat het dagprogramma slechts 39 uren en 20 minuten bedraagt. Daarmee voldoet het activiteitenprogramma in het basisprogramma ruimschoots aan de in artikel 3, derde lid, van de Pm neergelegde norm. Gezien het vorenstaande oordeelt
de
beroepscommissie dat het aan klager aangeboden dagprogramma niet in strijd is met hogere wet- of regelgeving. Om die reden is klager niet-ontvankelijk in zijn beklag. De beroepscommissie komt derhalve tot het oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd
niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. van Eijk, secretaris, op 24 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven