Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1495/GA, 17 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:17-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1495/GA

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. C.G.J.E. Lut namens,

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 mei 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, voor zover daarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Vught in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsvrouw mr. C.G.J.E. Lut om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 5,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende de onterechte inlevering van klagers cd’s bij de bibliotheek, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering. Een hogere tegemoetkoming voor minimaal twee cd’s is gerechtvaardigd. De aanschafwaarde van een cd is circa € 20,=. Hij zal derden buiten de gevangenis moeten inschakelen
om nieuwe cd’s aan te schaffen.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Door een misverstand is een aantal van klagers cd’s ingeleverd bij de bibliotheek en niet aan klager geretourneerd. Uitgangspunt is dat de tegemoetkoming bedoeld is voor door een klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien
die
schade eenvoudig is te begroten, kan aanleiding bestaan schadevergoedingsaspecten te betrekken bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In het onderhavige geval is de schade niet eenvoudig vast te stellen. Klager heeft de hoogte van de
schade niet onderbouwd nu hij geen aankoopbonnen heeft overgelegd en het aantal vermiste cd’s en de waarde daarvan ook niet op een andere wijze is vast komen staan. De beroepscommissie zal de tegemoetkoming voor het ondervonden ongemak vaststellen op €
25,=. Met een onderbouwd verzoek tot daadwerkelijke schadevergoeding kan klager zich richten tot de directeur van de inrichting of de civiele rechter. Het beroep zal gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 augustus 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven