nummer: 15/621/GA
betreft: [klager] datum: 11 augustus 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 7 januari 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Dordrecht, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Dordrecht in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de formele gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van drie dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, met verwijdering van de
televisie, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager wil dat hem alsnog een tegemoetkoming voor zeven dagen à € 2,50 per dag, derhalve in totaal € 17,50, wordt toegekend.
De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
Gelet op de door de beroepscommissie in soortgelijke gevallen toegekende tegemoetkoming, kan zij zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen. Derhalve zal het beroep gegrond worden verklaard en de
uitspraak van de beklagcommissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld, worden vernietigd. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van
€ 7,50.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 7,50.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
B.A. Bogaars, secretaris, op 11 augustus 2015.
secretaris voorzitter