Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1644/GM, 11 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:11-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1644/GM

betreft: [klager] datum: 11 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 20 mei 2015 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 juli 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel is klager gehoord.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Ter Apel heeft schriftelijk bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 30 maart 2015, betreft de behandeling van klagers rugklachten.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft het volgende – zakelijk weergegeven – aangevoerd. Klager heeft erg veel last van zijn rug. Hij kan niet zitten, lopen of slapen. Het probleem is bekend bij de medische dienst, maar hij krijgt geen operatie. Ook krijgt hij geen Movicox of
pijnstillers. Klager is van mening dat een tomogram gemaakt moet worden, zodat het probleem aan zijn rug duidelijker is te zien.

De inrichtingsarts heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de medisch adviseur, niet nader toegelicht. Door het hoofd zorg is schriftelijk aangegeven dat klager, anders dan in het advies van de medisch adviseur is vermeld, geen gesprek heeft
gehad met het hoofd zorg, maar met de psychiatrisch verpleegkundige, aangezien zij een goed contact heeft met klager en klager zeer regelmatig op het spreekuur van de psychiatrisch verpleegkundige komt. Voorts wordt verwezen naar hetgeen in het medisch
dossier op 23 en 24 april 2015 is vermeld.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat klager al sinds 1994 last heeft van zijn rug. In 2013 is hij gezien door een neuroloog. De neuroloog zag geen indicatie voor een operatie. In januari 2015 zijn
röntgenfoto’s gemaakt van de wervelkolom. Uit de stukken volgt dat sprake is van discopathie; slijtage van de tussenwervel. Het is gebruikelijk dat bij dergelijke problemen niet wordt geopereerd. Aan klager zijn verschillende soorten pijnstilling
verstrekt en door de medische dienst is uitgebreid aandacht besteed aan klagers rugklachten. De beroepscommissie stelt vast dat – vermoedelijk vanwege een taalbarrière – sprake is geweest van een ernstige communicatiestoornis, maar dat er geen
aanknopingspunten bestaan voor het oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie adviseert de
medische dienst om nog eens uitgebreid, met bijstand van een tolk Pools, met klager te praten.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, J.G.J. de Boer en dr. H.J.P. Kroeze, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 11 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven