nummer: 15/1385/GA en 15/1386/GA
betreft: [klager] datum: 21 augustus 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de uitspraken van 17 april 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 24 juli 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, zijn gehoord klager en namens de directeur van de locatie Sittard de heer [...], afdelingshoofd.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft de wijze waarop de urinecontroles zijn afgenomen op:
a. 24 december 2014 (15/1386/GA); en
b. 4 maart 2015 (15/1385/GA).
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De urinecontroles zijn niet conform artikel 3, vijfde lid, van de Regeling urinecontroles (hierna: de Regeling) afgenomen. De stickers bevatten niet de
naam van de gedetineerde. Bovendien worden de stickers door de PIW-ers opgeplakt. De urinecontroles worden afgenomen in een strafcel. Klager wil dat de urinecontroles worden afgenomen in zijn eigen verblijfsruimte, dat deze steekproefsgewijs worden
afgenomen in plaats van op een standaard dag of soms zelfs twee keer per week en dat de urinecontroles betrouwbaar zijn. Klager heeft geen achtergrond met middelengebruik en heeft nooit positief getest. Hij heeft de formulieren wel voor akkoord
ondertekend maar kende de procedure niet.
Door en namens de directeur is in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Om de urinecontroles correct te laten verlopen, worden ze uitgevoerd in strafcellen. De gedetineerden plakken zelf de stickers op de
buisjes en kunnen controleren of op deze stickers dezelfde codes staan als op de stickers op de aanzeggings- en afnameformulieren. Klager heeft na afloop van de urinecontroles het formulier ondertekend waarmee hij akkoord gaat met de procedure zoals
die
is uitgevoerd.
Klager verblijft op de ISD-afdeling. Daar worden vaker urinecontroles afgenomen dan op een reguliere afdeling. Dat hij nog nooit positief heeft getest, doet daaraan niets af.
3. De beoordeling
Uit de onderliggende stukken en het verhandelde ter zitting concludeert de beroepscommissie dat de urinecontroles zijn afgenomen conform de in artikel 3 van de Regeling beschreven procedure. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden
verklaard.
Voor wat betreft de plaats van afname van de urinecontroles merkt de beroepscommissie op dat in de Regeling niets is opgenomen over de ruimte waarin een urinecontrole dient te worden afgenomen. Blijkens de mededelingen van de directeur worden de
urinecontroles in de inrichting altijd in een strafcel afgenomen. Het beklag is derhalve gericht tegen een algemeen geldende regel. Hiertegen staat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw geen beklag open, tenzij die algemene regel in strijd is
met hogere wet- of regelgeving. Daarvan is niet gebleken. De beroepscommissie zal in zoverre de uitspraken van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
De beklagcommissie heeft geen oordeel gegeven over de frequentie van de urinecontroles. Wegens proceseconomische redenen zal de beroepscommissie dit beklagonderdeel in eerste en enige aanleg afdoen. Nu klager klaagt over geldend beleid op de
ISD-afdeling, constateert de beroepscommissie dat het beklag is gericht tegen een algemeen geldende regel. Hiertegen staat op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw geen beklag open, tenzij die algemene regel in strijd is met hogere wet- of
regelgeving. Daarvan is niet gebleken. De beroepscommissie zal klager derhalve niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de afname van de urinecontroles ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraken van de beklagcommissie. Zij vernietigt de uitspraken van de beklagcommissie ten aanzien van de plaats van afname
van
de urinecontroles en verklaart klager in zoverre alsnog
niet-ontvankelijk in zijn beklag. Ten aanzien van de frequentie van de urinecontroles verklaart zij klager niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, R. van Benthem en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 21 augustus 2015
secretaris voorzitter