Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1693/GA, 18 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:18-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1693/GA

betreft: [klager] datum: 18 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. E. Kok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 mei 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het op 25 november 2014 en 6 december 2014 niet tijdig reageren op een celoproep.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Door de directeur is niet betwist dat bekend is dat klager ernstige medische klachten heeft en dat hij slechts sporadisch gebruik maakt van de
intercom. Ingevolge vaste jurisprudentie van de Raad moet binnen een acceptabele termijn worden gereageerd op een celoproep (RSJ 23 december 2013, 13/3291/GA en 13/3313/GA, RSJ 19 oktober 2012, 12/1331/GA en RSJ 19 november 2014, 14/2757/GA). Een
termijn van veertig minuten is onaanvaardbaar. In het onderhavige geval geldt een verzwaarde zorgplicht, nu onweersproken is gesteld dat de gezondheid van klager een risicofactor vormt. De intercom biedt slechts de mogelijkheid om een oproep te
plaatsen, maar het is niet mogelijk om te communiceren via de intercom. In geval van een medisch noodgeval is klager aldus volledig toegewezen op het juist en spoedig functioneren van het oproepsysteem. Uit de door de directeur overgelegde uitdraai
blijkt dat klager op 6 december 2014 om 09:30 uur een celoproep heeft gedaan. Pas om 10:20 uur werd op de oproep gereageerd. Verzocht wordt om een tegemoetkoming.

De directeur heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Indien een gedetineerde, aan wie het niet is toegestaan zijn verblijfsruimte te verlaten, een oproep doet voor het personeel, zal het personeel binnen een acceptabele termijn moeten reageren. Klager heeft in zijn klaagschriften tot op de minuut
nauwkeurig vermeld hoe laat hij de celoproepen heeft gedaan en hoe laat hierop is gereageerd. Daartegenover staat de stelling van de directeur dat in het algemeen binnen vijf à tien minuten op een celoproep wordt gereageerd en dat zich op 25 november
2014 en 6 december 2014 geen calamiteiten hebben voorgedaan, waardoor niet valt in te zien dat niet binnen de gebruikelijke termijn is gereageerd. Nu de reactie van de directeur van algemene strekking is en geen stukken (dagrapportages) zijn overgelegd
waaruit blijkt dat en hoe laat is gereageerd op de oproepen, acht de beroepscommissie aannemelijk geworden dat niet binnen een acceptabele termijn – waarbij een tijdsverloop van meer dan 25 minuten in ieder geval niet aanvaardbaar wordt geacht – is
gereageerd. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard, de uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. De beroepscommissie is van oordeel dat klager een tegemoetkoming toekomt voor het
door hem ondervonden ongemak van na te noemen hoogte.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Eijk, secretaris, op 18 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven