Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0744/GA, 21 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:21-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/744/GA

betreft: [klager] datum: 21 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 maart 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 juli 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsvrouw, mr. L. Huigsloot, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Dordrecht. Hoewel klager, die inmiddels
deelneemt aan een penitentiair programma, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel, wegens het slaan van een medegedetineerde.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. In het verslag is vermeld dat de werkmeester heeft gezien dat klager een medegedetineerde heeft geslagen. In dat verslag
wordt
bij ‘datum/tijd voorval’ 09:00 uur genoemd, kennelijk is dit tijdstip vervolgens doorgehaald en vervangen door 14:30 uur. Uit het dossier moet worden afgeleid dat het incident rond 09:00 uur heeft plaatsgevonden en dat het verslag kennelijk pas om
14:30
uur is aangezegd. Uit het feit dat tussen enerzijds de kennelijke waarneming en anderzijds het aanzeggen van het verslag meer dan vijf uur is gelegen moet worden afgeleid dat de werkmeester de betreffende waarneming niet met voldoende mate van
zekerheid
heeft gedaan. Voorts wordt het alternatieve scenario dat klager bij de beklagcommissie heeft aangedragen niet weersproken door de overige objectieve bevindingen in het dossier.

De directeur heeft daarop als volgt – zakelijk weergegeven – gereageerd. Aannemelijk is dat het door de medegedetineerde opgelopen letsel is ontstaan door de klap van klager. Dit is ook door de werkmeester waargenomen. Na het incident is onderzocht wat
er precies was gebeurd. Toen bleek dat de medegedetineerde letsel had opgelopen is klager verslag aangezegd.

3. De beoordeling
Uit het verslag en de schriftelijke mededeling van de disciplinaire straf blijkt dat het incident heeft plaatsgevonden op 13 november 2014 om 08:00 uur dan wel 09:00 uur en dat het verslag op dezelfde dag om 14:30 uur is aangezegd. Zowel ter zitting
van
de beklagcommissie als ter zitting van de beroepscommissie heeft de directeur verklaard dat na het incident is onderzocht wat er precies was gebeurd. Toen bleek dat de medegedetineerde letsel had opgelopen is klager verslag aangezegd. De
beroepscommissie is met de beklagcommissie van oordeel dat een en ander getuigt van een zorgvuldige werkwijze.

Klager heeft pas bij de beklagcommissie – en niet, zoals in de rede zou liggen, al bij de werkmeester – aangevoerd dat hij zich bedreigd voelde en dat de medegedetineerde door een beweging van klager zijn eigen bril heeft afgeslagen en daarbij klagers
hand raakte. Dit scenario acht de beroepscommissie, ook gelet op het tijdstip waarop dit verweer naar voren is gebracht, niet aannemelijk geworden.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Waarden, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. G.M. Mohanlal, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Boerhof, secretaris, op 21 augustus 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven