Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1799/GB, 14 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:14-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1799/GB

Betreft: [klager] datum: 14 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 27 mei 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie De Schie of de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den Ijssel afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 1 maart 2011 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de p.i. Vught.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. In beroep heeft klager aangegeven het niet eens te zijn met de bestreden beslissing. Klager heeft verzocht om overplaatsing vanwege zijn gemoedstoestand en vanwege bezoek. In de p.i. Vught wordt er
teveel naar klagers verleden gekeken, wat zijn vooruitgang in de weg staat. Hij heeft geen vertrouwen in de inrichting. Klager voelt zich als opgejaagd wild, waardoor het lastig is positief te blijven. Dit maakt het moeilijk om niet terug te vallen in
zijn agressieve vicieuze cirkel. Klager begrijpt dat hij aan zijn problemen moet werken en wil dat ook. Hij denkt dat het goed is naar een andere inrichting overgeplaatst te worden om het patroon te doorbreken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager erkent zijn problematiek, maar vindt het lastig om zijn gedragspatroon te doorbreken. Weglopen voor zijn problemen is geen oplossing. Sinds begin 2015 heeft klager twaalf rapporten gehad. In het Multi Disciplinair Overleg (MDO) zijn
verbeterpunten geformuleerd. Gezamenlijk met zijn casemanager kan klager bekijken welke stappen er genomen dienen te worden om de gestelde doelen te behalen. Voorts ontvangt klager bezoek in de p.i. Vught. Het verzoek is afgewezen omdat klager eerst
moet laten zien bereid te zijn om aan een aantal verbeterpunten te werken. De selectiefunctionaris geeft aan dat klager in beroep geen gronden heeft aangevoerd. Verzocht wordt het beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

4. De beoordeling
4.1 De selectiefunctionaris heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren. Het beroepschrift is niet voorzien van gronden, maar klager is in de beroepsprocedure niet bijgestaan door een advocaat. De Pbw schrijft weliswaar voor dat
gronden
voor het beroep moeten worden aangevoerd, maar verbindt aan het ontbreken hiervan niet altijd de beslissing tot niet-ontvankelijkheid. Volgens vaste rechtspraak van de beroepscommissie blijft die reactie beperkt tot de gevallen, waarin een advocaat,
ondanks een verzoek de gronden voor het beroep aan te geven, dit nalaat. Klager kan derhalve in het beroep worden ontvangen.

4.2 De beroepscommissie overweegt dat uit het selectieadvies van 13 mei 2015 blijkt dat klager gedurende zijn huidige detentie, ook recentelijk, meerdere malen disciplinair is gestraft en ordemaatregelen opgelegd heeft gekregen. Het MDO bij de p.i.
Vught heeft aangegeven dat klagers gedrag verbetering verdient en heeft daarbij een aantal verbeterpunten opgesteld. De beroepscommissie acht het gelet op het uit het selectieadvies blijkende onwenselijke gedrag van klager redelijk dat – op voorstel
van
de directeur - een gedragsverbetering door de selectiefunctionaris als voorwaarde gesteld wordt voor overplaatsing. Voorts heeft klager het standpunt met betrekking tot zijn bezoek niet nader onderbouwd. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van E.M. Breugem, secretaris, op 14 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven