Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4716/GA, 27 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:27-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4716/GA

betreft: [klager] datum: 27 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 december 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Arnhem-Zuid in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van 17 oktober 2014 van klagers verzoek om algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Zijn verzoeken om algemeen verlof worden telkenmale afgewezen. Hij krijgt daardoor geen kans op resocialisatie, ondanks zijn goede functioneren in de
inrichting. De politie heeft niet negatief geadviseerd, maar geeft alleen aan wat klagers antecedenten zijn.
Het openbaar ministerie baseert zich op een negatief advies uit maart 2014.

De directeur heeft niet nader gereageerd op het beroep.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat ten tijde van de beslissing van 17 oktober 2014 op klagers
tweede
verlofaanvraag er ten aanzien van het adres vraagtekens bestonden en het niet duidelijk was hoe het recidivegevaar (dat groot was) zou kunnen worden aangepakt. De beklagcommissie heeft het beklag daarmee ongegrond kunnen verklaren.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 27 mei 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven