Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1706/GB, 7 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:07-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1706/GB

Betreft: [klager] datum: 3 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 mei 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing dat klager gedurende het eerste derde deel van zijn penitentiair programma (p.p.) onder elektronisch toezicht staat ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 7 augustus 2011 gedetineerd. Met ingang van 1 mei 2015 neemt klager deel aan een p.p. met elektronisch toezicht.

3. Ontvankelijkheid
3.1 Op grond van artikel 72, eerste lid, jo. artikel 17, eerste lid onder b, van de Pbw heeft een gedetineerde het recht een beroepschrift in te dienen tegen de beslissing van de selectiefunctionaris tot beëindiging van zijn deelname aan een p.p.
Ingevolge artikel 72, eerste lid, jo. artikel 18, eerste lid, van de Pbw heeft een gedetineerde voorts het recht een beroepschrift in te dienen tegen de afwijzing van zijn verzoek tot deelname aan een p.p.

3.2 In artikel 7a, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel staat dat de deelnemer aan een p.p. gedurende het eerste derde deel van de totale duur van het programma onder elektronisch toezicht wordt gesteld. Het beroep van klager is uitsluitend
gericht tegen de beslissing dat hij tijdens het eerste derde deel van het p.p. onder elektronisch toezicht staat. Tegen een dergelijke beslissing stelt de wet geen beroep open. Om deze reden dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn
beroep.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
E.M. Breugem, secretaris, op 3 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven