Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0185/TB, 27 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:27-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/185/TB

betreft: [klager] datum: 27 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.E.R. Geurts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 15 januari 2015 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris, inhoudende klager na herbeoordeling te plaatsen in een longstayvoorziening van de Pompestichting, hetgeen moet
worden begrepen als een beslissing tot het voortzetten van klagers verblijf in genoemde longstayvoorziening, met vaststelling van het individuele beveiligingsniveau als ‘laag’,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 juli 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. W.E.R. Geurts, en namens de Staatssecretaris [...], werkzaam bij de Dienst Justitiële
Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Ter zitting van de beroepscommissie is door en namens klager verklaard dat het beroep zich niet richt tegen de voortzetting van het verblijf in een longstayvoorziening, nu alle over klager uitgebrachte adviezen tot voortzetting daarvan strekken en
klager zich bij een verblijf in de longstay heeft neergelegd. Wel is klager er op tegen dat hij langer in de longstayvoorziening van de Pompestichting in Zeeland moet verblijven, omdat hij daar onvoldoende kwaliteit van leven heeft. Klager voelt zich
erg beperkt in zijn bewegingsruimte, terwijl het juist de bedoeling was dat hij door de destijds gerealiseerde overplaatsing van de longstayvoorziening van Veldzicht naar de longstayvoorziening van de Pompestichting te Zeeland meer vrijheden zou
krijgen. Klager mag zich op het terrein van de inrichting begeven, maar wordt constant in de gaten gehouden en mag geen contact met andere tbs-gestelden hebben, omdat men bang is dat hij iemand onder druk zet of door iemand onder druk wordt gezet. In
Veldzicht had hij verlof ondanks dat hij geen contact met het personeel had. In Zeeland is alles op nul gezet en komt klager niet verder.

Namens de Staatssecretaris is verklaard dat binnen de longstayvoorziening van de Pompestichting te Zeeland binnen de mogelijkheden van klagers pathologie wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven. Getracht is toe te werken naar
begeleid verlof waarvoor adequaat risicomanagement nodig is, maar waaraan klager weigert mee te werken. Het meewerken van klager blijft een actueel doel.

De beroepscommissie stelt vast dat het beroep ziet op de door klager ervaren beperkingen binnen de behandeling in de longstayvoorziening van de Pompestichting te Zeeland. Klager is het niet eens met de beperkte vrijheden in de inrichting en het niet
opstarten van begeleid verlof omdat men hem niet vertrouwt. De beroepscommissie begrijpt dat dit voor klager vervelend is, maar zij heeft geen wettelijke bevoegdheid te treden in de door een inrichting voorgestane behandeling en het tempo van die
behandeling. Klager zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard in het beroep.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. Drs. L.C. Mulder en prof. Dr. B.C.M. Raes, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 27 juli 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven