nummer: 15/1217/TB
betreft: [klager] datum: 27 juli 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een beslissing van 7 april 2015 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen.
2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij beslissing van 1 oktober 2001 is hij geplaatst in de toenmalige tbs-inrichting De Singel te Amsterdam. Vanaf 15
april 2002 tot 19 april 2005 heeft klager verbleven in FPC De Kijvelanden te Poortugaal en vervolgens in FPC Oostvaarderskliniek te Almere. Sinds 27 juni 2007 heeft klager verbleven in FPC Veldzicht te Balkbrug. Bij beslissing van 7 april 2015 is
klager
overgeplaatst naar FPC Dr. S. van Mesdag.
3. De standpunten
Klager heeft het beroep, zeer verkort weergegeven, als volgt toegelicht.
Hij vraagt om hulp bij procedures en contacten bij/met verschillende instanties en verstrekking van seksattributen/porno. Hij wil hulp om zaaddonor te kunnen zijn.
Klager wil meer passantengeld. Hij mag al jaren niet minimaal vier uur per dag uit zijn verblijfsruimte. Zijn privacy wordt geschonden. Hij heeft jarenlang op afdelingen met een zwaar regime gezeten. Mensen met een psychiatrisch etiket zijn niet
gevaarlijker dan mensen zonder etiket.
Hij wil in vrijheid worden gesteld, euthanasie en begraven worden. Hij wil weg uit FPC Veldzicht. Er wordt geestelijk en lichamelijk over hem heen gewalst. Hij wil naar een Duits kuuroord om te herstellen van de tbs.
Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen.
De overplaatsing is zorgvuldig voorbereid. Er is rekening gehouden met de fase waarin klagers behandeling zich bevindt. Met de bestemmingswijziging van FPC Veldzicht is het onvermijdelijk dat een deel van de daar geplaatste verpleegden wordt
overgeplaatst. Uit de inlichtingen van FPC Veldzicht volgt dat ten gevolge van de transitie van de inrichting de samenstelling van het behandelend team is gewijzigd, hetgeen het moeilijk maakt om klager continuïteit van zorg te bieden. De zorg en
begeleiding, die klager worden geboden, kunnen op korte termijn niet meer in FPC Veldzicht worden geboden. Om die reden is overplaatsing van klager op korte termijn geïndiceerd. De indruk bestaat dat klager thans aan het plafond van zijn kunnen
functioneert en dat er geen wezenlijke veranderingen meer te verwachten zijn.
Hij is niet in staat verband te leggen tussen zijn eigen problematisch functioneren en de maatregelen die worden genomen om grensoverschrijdend gedrag te beteugelen. Gemakkelijk ontstaat dan een negatieve spiraal waarbij klager steeds meer ongewenst
en/of (seksueel) grensoverschrijdend gedrag vertoont vanuit zijn onbegrip en onvrede waarop zijn omgeving niets anders kan reageren dan door maatregelen te nemen om de situatie veilig en werkbaar te houden. Plaatsing van klager binnen een
gespecialiseerde setting waar kennis en ervaring aanwezig zijn met betrekking tot de behandeling van verpleegden met een autisme spectrum stoornis en complexe gedragsstoornissen is geïndiceerd. Onderzocht zijn de mogelijkheden om klager in een
reguliere
GGZ-instelling te plaatsen. Gezien de complexe pathologie, de intensieve begeleidingsbehoefte en de voorgeschiedenis is dit een moeilijke opgave. Gebleken is dat het niet mogelijk is om klager te plaatsen in Amarant, Baalderborg of FPA Venray.
Momenteel
is er nog contact met Dimence in Deventer, waar een highcareafdeling is, en met Oranjeborg. Omdat een spoedige overplaatsing van klager geïndiceerd was, is beslist om klager - in afwachting van (de mogelijkheid van) een extern plaatsings-
traject - in FPC Dr. S. van Mesdag te plaatsen. In die inrichting zijn de voor hem geëigende omstandigheden en faciliteiten voorhanden. Indien een externe plaatsing uiteindelijk niet mogelijk zou blijken te zijn, kan ook op de langere termijn zijn op
resocialisatie gerichte behandeling in die kliniek worden voortgezet.
4. De beoordeling
In de onderhavige procedure gaat het uitsluitend om bezwaren tegen plaatsing in, dan wel overplaatsing naar een bepaalde tbs-inrichting.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over andere onderwerpen valt buiten de reikwijdte van de onderhavige procedure.
Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.
Vaststaat dat FPC Veldzicht, vanwege een gewijzigde bestemmingsaanwijzing, per januari 2016 het aantal tbs-plaatsen dient te verminderen. Dit is het gevolg van een algemeen besluit van de Staatssecretaris, welk besluit niet door de beroepscommissie kan
worden getoetst. Overplaatsing van een deel van de in FPC Veldzicht verblijvende verpleegden is dan onafwendbaar. Uit de stukken komt naar voren dat eerst is geprobeerd klager in een GGZ-instelling te plaatsen, maar dat dit niet gerealiseerd kon
worden.
De Staatssecretaris heeft beslist om in afwachting van een mogelijke plaatsing in een GGZ-instelling klager over te plaatsen naar FPC Dr. S. van Mesdag, omdat een spoedige wegplaatsing van klager uit FPC Veldzicht geïndiceerd was. In FPC Dr. S. van
Mesdag kunnen klager de op resocialisatie gerichte behandeling en de zorg worden geboden die in zijn geval noodzakelijk zijn, en ook worden voortgezet indien plaatsing in een GGZ-instelling niet kan worden gerealiseerd.
Klager heeft geen zwaarwegende argumenten aangevoerd die zouden kunnen of moeten leiden tot het oordeel dat de Staatssecretaris in redelijkheid niet tot de bestreden overplaatsingsbeslissing heeft kunnen komen.
Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de beslissing klager over te plaatsen naar FPC Dr. S. van Mesdag, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter,
mr. J.M.L. Niederer en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 27 juli 2015.
secretaris voorzitter