Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1401/GB, 21 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:21-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1401/GB

Betreft: [klager] datum: 21 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 april 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 december 2014 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Amsterdam Over-Amstel.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager is gescheiden en zijn kinderen wonen bij zijn ouders in Nieuwegein. De reisafstand is voor zijn ouders en kinderen te belastend en te tijdrovend. Klagers vader is sinds 24 december 2014 op
medische gronden helemaal niet in staat klager in Amsterdam te bezoeken. Ook zijn moeder heeft een slechte gezondheid en dient een operatie te ondergaan, waardoor zij hem een tijd niet kan bezoeken. Verder zal klagers strafzaak nog lang duren, dus zal
hij waarschijnlijk nog lang in voorarrest verblijven.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is preventief ingesloten voor het arrondissementsparket te Amsterdam. Preventief gehechten dienen zo dicht mogelijk bij het arrondissement van
vervolging
geplaatst te worden. Derhalve is klager in het h.v.b. van de p.i. Amsterdam Over-Amstel juist ondergebracht. Bezoekproblemen zijn inherent aan detentie en vormen, behoudens bijzondere omstandigheden, geen selectiecriterium. Bij klager zijn onvoldoende
gronden aanwezig om een uitzondering te maken op het beleid. Daarbij heeft het advies van de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie dat overplaatsing op grond van medische gronden niet is geïndiceerd een belangrijke rol
gespeeld.
Klager kan na veroordeling in eerste aanleg zijn voorkeur kenbaar maken voor de gevangenisafdeling van de p.i. Nieuwegein.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat preventief gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
kan er een uitzondering worden gemaakt. Er dient dan sprake te zijn van een voldoende sociale en/of medische indicatie, onderbouwd door verklaringen van een deskundige. Klager heeft het argument dat zijn vader en moeder wegens medische redenen niet
(langer) in staat zijn hem te bezoeken niet nader onderbouwd. Bezoekproblemen zijn inherent aan het ondergaan van detentie en uit de stukken blijkt dat klager niet verstoken blijft van bezoek van zijn moeder. Bovendien heeft de medisch adviseur bij het
ministerie van Veiligheid en Justitie geadviseerd dat overplaatsing op medische gronden niet geïndiceerd is, nu beide ouders mobiel genoeg zijn en in staat moeten worden geacht klager in de inrichting te bezoeken. De beroepscommissie is gelet op het
vorenstaande van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
E.M. Breugem, secretaris, op 21 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven