nummer: 15/930/GA
betreft: [klager] datum: 20 juli 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 4 maart 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Roermond
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet leveren van alle gevraagde artikelen door de inrichtingswinkel.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De klacht is verkeerd begrepen. Het komt vaker voor dat de door klager gevraagde artikelen niet leverbaar zijn. Hij krijgt bijvoorbeeld maar drie appels
geleverd, terwijl hij om vijf had gevraagd. Dit begint irritant te worden. Klager wil alle gevraagde producten ontvangen.
De directeur heeft zijn standpunt in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
De beroepscommissie is van oordeel dat de klacht over het niet kunnen leveren van artikelen uit de inrichtingswinkel niet vatbaar is voor beklag, nu daar geen beslissing van de directeur aan ten grondslag ligt als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van
de Pbw. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagrechter derhalve vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk verklaren in zijn beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 20 juli 2015
secretaris voorzitter