nummer: 15/731/TA
betreft: [klager] datum: 20 juli 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
het hoofd van de Pompestichting, locatie Nijmegen, verder te noemen de inrichting,
gericht tegen een uitspraak van 25 februari 2015 van de beklagcommissie bij de Pompestichting, locatie Nijmegen, verder te noemen de inrichting, op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 30 juni 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering van klagers verzoek om digitale speakers in te voeren.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager geen tegemoetkoming toegekend, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van het hoofd van de inrichting en klager
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De digitale speakers, die klager in zijn verblijfsruimte wil plaatsen, zijn te groot.
De verblijfsruimte dient steeds controleerbaar en toegankelijk te zijn. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met klager waarin hem is gezegd dat de invoer van de te grote boxen niet toegestaan was, maar dat hij wel een aanvulling op zijn Dolby
Surround-systeem mocht invoeren in de vorm van een center speaker, maar klager wil dat niet.
Het vermelden van afmetingen van toegestane geluidsapparatuur in de huis- of afdelingsregels is zeer onwenselijk. Dit kan enerzijds te beperkend en anderzijds te verruimend werken ten nadele van de orde en de veiligheid. Bij het toestaan van apparatuur
moet bovendien worden gekeken naar de stoornis van de verpleegde en zijn behandeling.
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft een digitaal Dolby Surround-systeem 5.1. Hij heeft verschillende combinaties van speakers, maar hem is alleen toegestaan analoge boxen op zijn kamer te plaatsen, terwijl die niet geschikt zijn voor zijn digitale versterker. Hij heeft een
Dolby Surround-set met vijf boxen maar mag daarvan de subwoofer niet op zijn kamer hebben. De rest van de set wel, maar hij kan die niet gebruiken zonder de subwoofer. Hij wil graag een complete geluidset op zijn kamer hebben maar dat wordt hem niet
toegestaan. De analoge speakers, die hij wel op zijn kamer mag hebben, kunnen de frequentie van de digitale versterker niet aan, waardoor klager druk op zijn oren krijgt. De digitale speakers die klager op zijn kamer zou willen plaatsen, hebben een
vermogen van tweemaal 100 watt en een piekvermogen van 150 watt. De speakers produceren evenveel geluid als het Dolby Surround-systeem. Voor geluidsoverlast hoeft de inrichting niet bang te zijn. Klager heeft zelden commentaar gehad op het
geluidsvolume. Eénmaal is hem gevraagd het geluid zachter te zetten en hij heeft dat toen direct gedaan.
De maten van de digitale speakers die klager op zijn kamer wil plaatsen, zijn: 35x20x105 cm. De speakers kunnen goed geplaatst worden tussen het bed en de muur. Er blijft dan nog een doorlooppad over van 120 cm. Dit voldoet aan de eisen die aan het
doorlooppad worden gesteld, te weten minimaal 80 cm breed.
Een center speaker zou een oplossing kunnen zijn. 40% van de verpleegden heeft echter grote speakers, vaak groter dan die klager wenst in te voeren, in de verblijfsruimte en mag die zonder problemen op de kamer houden. Een van de medeverpleegden mag
precies dezelfde speakers die klager worden geweigerd, wel in zijn verblijfsruimte houden. Klager heeft voorgesteld een nieuw type van de digitale speakers - het oude type is niet meer leverbaar - te kopen en in te voeren, maar ook dit is geweigerd.
Klager wil graag een complete geluidset en wil die zelf betalen.
3. De beoordeling
Uit artikel 2.2 van de afdelingsregels volgt dat de kamer van een verpleegde steeds over voldoende doorloopruimte moet beschikken, hetgeen inhoudt dat een doorloopmogelijkheid moet bestaan van de deur tot achterin de kamer.
In artikel 2.4 van de afdelingsregels is vermeld dat de zorgmanager/behandelcoördi-nator het verzoek om invoer van geluidsapparatuur beoordeelt aan de hand van de huisregels (eisen aan de inrichting van de kamer) en de geschiktheid van het apparaat
voor
de fase van behandeling van de verpleegde.
Verdere, in het kader van de orde en veiligheid te stellen eisen aan de invoer van geluidsapparatuur in de zin van maximaal toegestaan formaat of andere eigenschappen van de apparatuur zijn niet (expliciet) in de huis- en/of afdelingsregels opgenomen.
Klager heeft verzocht digitale speakers met een afmeting van elk 35x20x105 cm in zijn kamer te mogen plaatsen en heeft aangevoerd dat bij plaatsing van die speakers in zijn kamer een doorlooppad overblijft van 120 cm, hetgeen meer is dan de 80 cm die
de
inrichting als uitgangspunt hanteert. Door de inrichting is dit niet betwist.
Klager heeft tevens betoogd dat een groot deel van de verpleegden apparatuur van zeker zo groot formaat als klager wenst in de verblijfsruimte heeft staan. Ook dit is door de inrichting niet weersproken.
Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat geen toereikende grond is gegeven voor de afwijzing van klagers verzoek om de invoer en de plaatsing van digitale speakers in zijn kamer, zodat die beslissing bij afweging van alle in aanmerking
komende belangen als onredelijk moet worden aangemerkt. De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de beslissing van het hoofd van de inrichting vernietigen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond, bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden en vernietigt de beslissing van het hoofd van de inrichting.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, prof. Dr. B.C.M. Raes en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 juli 2015.
secretaris voorzitter