Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1603/GV, 16 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1603/GV

betreft: [klager] datum: 16 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Wezepoel, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 mei 2015 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De selectiefunctionaris heeft de juistheid van de informatie omtrent het verlofadres niet nader onderzocht. Verder neemt klager deel aan het programma gedragsinterventies en kunnen bijzondere
voorwaarden het recidiverisico voldoende inperken. Voorts is klagers gedrag in de inrichting goed en zijn de adviezen van het Openbaar Ministerie (OM) en de politie positief. Het enkele feit dat de selectiefunctionaris na lezing van het beroepschrift
achteraf alsnog navraag heeft gedaan naar de juistheid van de politiemelding, doet niets af aan de onzorgvuldige totstandkoming van de bestreden beslissing. De selectiefunctionaris had vooraf navraag moeten doen met betrekking tot het verlofadres. Nu
dit pas achteraf is gebeurd en van geen melding noch hennepkwekerij is gebleken, heeft klager ten onrechte de verjaardag van zijn vriendin gemist. Deze dag kan niet door verlof worden ingehaald. De bestreden beslissing is dan ook onzorgvuldig tot stand
gekomen en klager is benadeeld door deze onzorgvuldige handelwijze van de selectiefunctionaris. Klager verzoekt om een passende compensatie.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. De verlofaanvraag is afgewezen omdat er bij het opgegeven verlofadres recent sprake zou zijn geweest van een melding van een wietplantage. Daarbij is er sprake van een hoog
recidiverisico en zijn er nog geen interventies opgestart die dit risico verminderen. Naar aanleiding van het beroep is het advies van de politie opgevraagd en is duidelijk geworden dat het eerder ontvangen advies verkeerd is geïnterpreteerd. Op basis
hiervan is alsnog verlof toegekend. Verzocht wordt klager niet-ontvankelijk te verklaren.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag vanwege onvoldoende vertrouwen in een goed en ongestoord verloop van het verlof. Er is sprake van een hoog recidiverisico en het
verlofadres is niet goedgekeurd.
Het OM heeft positief geadviseerd. De politie heeft aangegeven dat de inrichting zelf een inschatting moet maken aangaande het verlofadres. Op 25 januari 2014 is er een melding gedaan van een wietplantage.

3. De beoordeling
De beroepscommissie wijst het verzoek tot het horen van klager af, nu enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek, wegens diefstal met geweldpleging in vereniging en door middel van braak. Aansluitend dient hij de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van zes maanden te
ondergaan.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers eerste verlofaanvraag.

Uit de stukken blijkt dat namens de Staatssecretaris pas nadat klager in beroep is gekomen tegen de bestreden beslissing het advies van de politie is opgevraagd. Uit de opgevraagde informatie is gebleken dat klagers verzoek om algemeen verlof op grond
van onjuiste informatie is afgewezen, aangezien er geen sprake was van een onaanvaardbaar verlofadres. Namens de Staatssecretaris is medegedeeld dat de bestreden beslissing van 18 mei 2015 gelet op het vorenstaande geen stand kan houden. Op 5 juni 2015
is er dan ook namens de Staatssecretaris een nieuwe beslissing genomen, waarin aan klager alsnog algemeen verlof is toegekend. Dit betekent dat de Staatssecretaris het eens is met klager dat de bestreden beslissing onvoldoende zorgvuldig tot stand is
gekomen. In zoverre is het beroep gegrond. Er zijn geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming omdat klager alsnog verlof is toegekend en omdat hij de verjaardag van zijn vriendin op 11 mei 2015 ook niet had kunnen bijwonen als de
beslissing van 18 mei 2015 in zijn voordeel was uitgevallen. De verjaardag had toen immers al plaatsgevonden. In zoverre heeft hij geen nadeel ondervonden van de afwijzing van zijn verzoek.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van E.M. Breugem, secretaris, op 16 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven