Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0649/GA, 14 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/649/GA

betreft: [klager] datum: 14 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Heemskerk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 februari 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 juli 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is klager gehoord. Klagers raadsman, mr. R. Heemskerk, en de directeur van de p.i. Alphen aan den Rijn hebben schriftelijk laten weten niet ter zitting te
zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van twee dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens het te laat verschijnen voor de arbeid.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De kennelijke vertraging die klager wordt aangerekend, is veroorzaakt door het te laat openen van de celdeuren. Hiermee is geen rekening
gehouden. Klager meent dat het nieuwe te strakke systeem leidt tot een inperking van zijn recht op arbeid.
Op 3 december 2014 ging de deur om 7.35 uur open. Klager heeft geen wekker. De inrichting wil deze niet verschaffen en invoeren is niet toegestaan. Die dag hebben zeven mensen rapport gekregen wegens het te laat klaar staan voor de arbeid. Doorgaans
wordt klager om 7.30 uur gewekt. Hij heeft dan tien minuten de tijd om zich aan te kleden, de tanden te poetsen en thee te zetten. Klager heeft geen tijd om te ontbijten. De thee neemt hij mee. Klager is meestal op tijd op de arbeid, maar die dag
echter
niet.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De directeur benadrukt dat het inrichtingspersoneel de gedetineerden niet wekt. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig opstaan om zich
gereed te maken voor het dagprogramma. Op het moment dat de deuren om 7.30 uur open gaan, heeft de gedetineerde voldoende tijd om zich van de cel naar zijn activiteit, in dit geval de arbeid, te begeven. Het uitsluiten duurt 3 à 4 minuten. De
gedetineerden moeten om 7.40 uur van de afdeling af zijn. De looplijn van klagers cel tot de deur van de afdeling bedraagt 10 meter.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd, kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een ander oordeel leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking dat klager op 3 december 2014 niet uiterlijk om 7.40 uur
gereed stond om naar de arbeid te staan. Klager was bekend met dit tijdstip en het ligt dan op zijn weg te zorgen dat hij dan gereed staat. De omstandigheid dat op 3 december 2014 klagers celdeur volgens hem enkele minuten later is ontsloten, doet hier
niet aan af. De beroepscommissie merkt nog op dat blijkens de huisregels van de inrichting een wekker of wekkerradio in de inrichting is toegestaan. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 14 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven