Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0119/TB, 8 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:08-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/119/TB

betreft: [klager] datum: 8 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.S. Wachters, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 13 januari 2015 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 mei 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. L.S. Wachters, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de Dienst
Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager over te plaatsen naar de longstay-voorziening van de Pompestichting te Zeeland.

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Klagers tbs is aangevangen
op 27 oktober 1989. Op 13 februari 1992 is klager opgenomen in FPC Veldzicht te Balkbrug (hierna: Veldzicht). Op 14 november 2005 is klager in de longstay-voorziening van Veldzicht geplaatst. Op 22 september 2014 heeft Veldzicht de Staatssecretaris
verzocht klager over te plaatsen naar de longstay-voorziening van de Pompestichting. Op 13 januari 2015 heeft de Staatssecretaris beslist klager over te plaatsen naar de longstay-voorziening van de Pompestichting. Die overplaatsing is op 15 januari
2015
gerealiseerd.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. In Veldzicht kreeg klager één (of twee) keer per maand bezoek van zijn broer en zus die beiden in Groningen wonen. Zowel de broer als de zus van klager hebben fysieke problemen waardoor zij
moeilijk kunnen reizen. De afstand van Groningen naar Balkbrug was voor hen net overbrugbaar, de afstand van Groningen naar Zeeland is dat niet. De overplaatsing van klager naar de Pompestichting, locatie Zeeland, heeft tot gevolg dat klagers broer en
zus niet meer op bezoek komen. Hierdoor is klagers kwaliteit van leven verlaagd. Niet gebleken is dat dit belang van klager in de bestreden beslissing is meegewogen. Desondanks wil klager niet meer terug naar Veldzicht. Klager zou graag zien dat naar
alternatieven wordt gekeken. Eerder hebben de psychiater en psycholoog in het kader van de zesjaarsrapportage geschreven over een proefplaatsing in Hoeve Boschoord. Deze kliniek biedt de faciliteiten die nodig zijn voor klager en ligt dicht(er) bij de
woonplaats van klagers familie, waardoor contact met de familie weer mogelijk is en de kwaliteit van leven voor klager wordt verbeterd. Klager is erg gemotiveerd om naar Hoeve Boschoord te gaan. Klagers uiteindelijke doel is om geplaatst te worden in
een Regionale Instelling voor Beschermd Wonen in het noorden van het land.
Binnenkort zal de LAP de longstaystatus van klager herbeoordelen. In dit verband wordt klager op 21 mei 2015 door de LAP gehoord. Mogelijk wordt beslist tot opheffing van de longstaystatus. In dat geval neemt het aantal klinieken waarin klager zou
kunnen verblijven toe. Gelet hierop verzoekt de raadsvrouw de beroepscommissie de beslissing op het beroep aan te houden in afwachting van het advies van de LAP.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen. Vanwege de bestemmingswijziging van Veldzicht per 1 januari 2016 moet een groot aantal patiënten, onder wie klager, vanuit Veldzicht worden overgeplaatst naar andere
inrichtingen. De overplaatsing van klager is zorgvuldig voorbereid. Uit de rapporten van alle betrokken deskundigen blijkt dat een voortgezette plaatsing op een longstay-voorziening (met een hoog beveiligingsniveau) geïndiceerd is. Volgens de
deskundigen is klager onverminderd delictgevaarlijk en is hij blijvend afhankelijk van externe structuur. Veldzicht heeft meegedeeld dat het toewerken naar acceptatie van klagers stoornis, zoals de LAP had geadviseerd, niet mogelijk is gebleken, omdat
klagers probleembesef en ziekte-inzicht niet zijn veranderd. Klager is niet in staat gebleken mee te werken aan een diagnostisch onderzoek, welke voorwaarde door de LAP was gesteld voor het eventueel kunnen opheffen van de longstaystatus. De
Pompestichting is de enige kliniek in Nederland met een longstay-voorziening. Om die reden is een overplaatsing naar deze kliniek geïndiceerd. Een overplaatsing naar Hoeve Boschoord behoort niet tot de mogelijkheden, omdat die kliniek niet beschikt
over
een longstay-voorziening. Het is vervelend voor klager dat zijn broer en zus als gevolg van zijn overplaatsing niet meer op bezoek kunnen komen. Echter, het belang van de veiligheid van de maatschappij dient te prevaleren boven het persoonlijke belang
van klager. Bezien is of hervatting van het begeleid verlof in de Pompestichting tot de mogelijkheden behoorde. Dat bleek op dit moment niet het geval te zijn. Maar niet uit te sluiten is dat in de toekomst kan worden toegewerkt naar begeleid verlof.

4. De beoordeling
Klagers raadsvrouw heeft de beroepscommissie verzocht de beslissing op het beroep aan te houden in afwachting van het advies dat de LAP zal uitbrengen in het kader van de driejaarlijkse herbeoordeling van klagers longstaystatus. Nog daargelaten dat
onbekend is wanneer de LAP dit advies zal uitbrengen en niet uit te sluiten is dat hier nog enige tijd overheen zal gaan, ziet de beroepscommissie geen aanleiding om de beslissing op het beroep aan te houden. Immers, de beroepscommissie dient te
beoordelen of de Staatssecretaris op basis van de beschikbare informatie in redelijkheid heeft kunnen beslissen tot overplaatsing van klager en hetgeen de LAP binnenkort zal adviseren is voor deze beoordeling niet relevant, omdat dit advies niet aan de
bestreden beslissing ten grondslag heeft gelegen. Hierbij komt nog dat de Staatssecretaris, nadat de LAP opnieuw heeft geadviseerd over de longstaystatus van klager, een nieuwe plaatsingsbeslissing zal nemen, waartegen klager eventueel (opnieuw) beroep
zal kunnen instellen bij de beroepscommissie.

Bij de overplaatsing van ter beschikking gestelden dient de Staatssecretaris, op grond van artikel 11, tweede lid, van de Bvt in zijn overwegingen te betrekken:
a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt, en
b) de eisen die de behandeling van de ter beschikking gestelde gezien de aard van de bij hem geconstateerde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens stelt.

Veldzicht heeft verzocht om overplaatsing van klager naar de Pompestichting, omdat Veldzicht, als gevolg van een bestemmingswijziging, per 1 januari 2016 moet inkrimpen op tbs-plaatsen. Vast staat dat Veldzicht vanaf 1 januari 2016 niet meer zal
beschikken over een longstay-voorziening. Dit is het gevolg van een algemeen besluit van de Staatssecretaris, welk besluit niet door de beroepscommissie kan worden getoetst. Overplaatsing van de verpleegden die op de longstay-voorziening van Veldzicht
verblijven is hiermee onafwendbaar. Vanaf 1 januari 2016 beschikt alleen de Pompestichting nog over een longstay-voorziening.

Klager verblijft sinds 14 november 2005 in een longstay-voorziening. Bij advies van
29 februari 2012 heeft de LAP geadviseerd de longstaystatus van klager voort te zetten. Wel heeft de LAP aanbevolen met klager toe te werken naar acceptatie van zijn stoornis en verblijf in een gedwongen kader en meegedeeld dat bij een succesvol
verloop
hiervan overplaatsing op termijn naar bijvoorbeeld Hoeve Boschoord niet uitgesloten is. Uit (de bijlagen bij) het overplaatsingsverzoek van Veldzicht van 22 september 2014 blijkt evenwel dat er de afgelopen jaren geen verandering is gekomen in klagers
probleembesef en ziekte-inzicht, waardoor het niet is gelukt toe te werken naar acceptatie van de stoornis. Voorts blijkt uit het overplaatsingsverzoek dat de behandelresultaten beperkt zijn, dat klagers pathologie onbehandelbaar is, dat klager
blijvend
afhankelijk is van externe structuur en controle en dat hij onverminderd delictgevaarlijk wordt beschouwd. Klager is volgens Veldzicht dan ook aangewezen op een longstay-voorziening.
Klinisch psycholoog L. en psychiater G. hebben in januari 2015 gerapporteerd over de longstaystatus van klager en hebben geadviseerd om zijn longstaystatus te handhaven, omdat bij het wegvallen van de tbs-kaders het risico op een nieuw geweldsdelict op
zowel de korte als de lange termijn als hoog wordt ingeschat.

Gelet op de naderende sluiting van de longstay-voorziening van Veldzicht en op de eensluidende adviezen van Veldzicht, de psychiater en de klinisch psycholoog over de noodzaak van handhaving van klagers longstaystatus (vanwege zijn onbehandelbaarheid
en
delictgevaarlijkheid) heeft de Staatssecretaris naar het oordeel van de beroepscommissie in redelijkheid kunnen beslissen klager over te plaatsen naar de longstay-voorziening van de Pompestichting. Immers, dit is de enige inrichting die vanaf januari
2016 nog over een longstay-voorziening beschikt. Plaatsing van klager in Hoeve Boschoord – zoals klager wil – behoort niet tot de mogelijkheden, nu die inrichting niet beschikt over een longstay-voorziening. De beroepscommissie begrijpt dat het
vervelend voor klager is dat hij door zijn overplaatsing geen familiebezoek meer kan ontvangen. Echter, gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 8 juli 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven