Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0413/GA en 15/555/GA, 23 april 2015, beroep
Uitspraakdatum:23-04-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/413/GA en 15/555/GA

Betreft: [klager] datum: 23 april 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van de bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschriften van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een voorgenomen beslissing van 4 februari 2015 alsmede een definitieve beslissing van 12 februari 2015 van de directeur van het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissingen.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormeld PPC in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. J.M. Keizer om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
Het beroep betreft de voorgenomen beslissing van de directeur van 4 februari 2015 alsmede de definitieve beslissing van de directeur van 12 februari 2015, inhoudende
dat klager zal worden/wordt verplicht tot het ondergaan van een onvrijwillige geneeskundige behandeling als bedoeld in artikel 46d, aanhef en onder a, van de Pbw (verder: a-dwangbehandeling) voor de duur van drie maanden.

2. De beoordeling
Ten aanzien van het beroep gericht tegen de voorgenomen beslissing van 4 februari 2015 overweegt de beroepscommissie het volgende. Tegen een voorgenomen beslissing als bedoeld in artikel 22e, eerste lid, van de Penitentiaire maatregel staat geen beroep
op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw open. Enkel tegen een definitieve beslissing tot toepassing van a-dwangbehandeling, als bedoeld in artikel 46e, eerste lid, van de Pbw, kan op grond van artikel 72, derde lid, van de Pbw rechtstreeks
beroep
worden ingesteld (vgl. beroepscommissie 3 december 2013, 13/2616/GA). Klager zal daarom in zijn beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.

Ten aanzien van het beroep gericht tegen de definitieve beslissing overweegt de beroepscommissie het volgende. Op 12 februari 2015 heeft de directeur beslist dat op 15 februari 2015 wordt gestart met a-dwangbehandeling.
In beroep heeft de directeur naar voren gebracht dat niet is overgaan tot uitvoering van de beslissing van 12 februari 2015, omdat was geconstateerd dat de geraadpleegde tweede psychiater niet onafhankelijk was. De directeur heeft voorts meegedeeld dat
een andere psychiater om advies zal worden gevraagd en dat daarna een nieuwe beslissing over a-dwangbehandeling zal worden genomen.

Nu aan de beslissing van 12 februari 2015 tot toepassing van a-dwangbehandeling geen uitvoering zal worden gegeven, is de beroepscommissie van oordeel dat klager geen belang heeft bij zijn beroep. Zij zal klager om die reden niet-ontvankelijk in zijn
beroep verklaren.

3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
mr. F.A. Groeneveld, secretaris, op 23 april 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven