Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0624/GA, 2 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:02-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/624/GA

betreft: [klager] datum: 2 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 januari 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Dordrecht, voor zover daarbij geen tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Dordrecht in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft de klacht gegrond verklaard betreffende overschrijding van de termijn van bewaardersarrest en het als gevolg hiervan mislopen van twee persoonlijke verzorgingsmomenten (verder: pv-momenten) en een luchtmoment. Desondanks heeft
de beklagcommissie geen tegemoetkoming toegekend.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De beklagcommissie heeft ten onrechte geen compensatie toegekend voor het mislopen van twee pv-momenten. Klager wil alsnog worden gecompenseerd. Klager wil ook gecompenseerd worden voor de omstandigheid dat
hij langer dan 15 uur in bewaardersarrest heeft verbleven.

De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
De beklagcommissie heeft geoordeeld dat het beklag gegrond dient te worden verklaard en dat klager nog gecompenseerd dient te worden. Deze laatste beslissing ontbreekt evenwel in het dictum. Zoals blijkt uit op verzoek van de beroepscommissie bij de
beklagcommissie bij de p.i. Dordrecht ingewonnen nadere inlichtingen is aan klager inderdaad nog geen tegemoetkoming toegekend, maar zal in overleg met de directeur en de voorzitter van de beklagcommissie alsnog een tegemoetkoming worden vastgesteld.
Nu
de beklagcommissie nog moet beslissen over wat klager in beroep aan de orde wil stellen, kan hij niet in zijn beroep worden ontvangen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
B.A. Bogaars, secretaris, op 2 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven