Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0890/GA, 29 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:29-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/890/GA

betreft: [klager] datum: 29 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.A. Blok, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 13 maart 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 mei 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. E.A. Blok en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur.

De raadsvrouw heeft meegedeeld dat klager, die inmiddels in vrijheid is gesteld, niet ter zitting zal verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de vermissing van een gamecube, een joystick, een spel, een adapter, schoolboeken, een onderwijsmap, een trainingsbroek, papieren, een kalender/agenda en foto’s.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is overgeplaatst vanuit p.i. Dordrecht naar de p.i. Vught, het JMC, naar het PPC Zwolle en vervolgens naar het PPC te Den Haag. Hij heeft zijn eigendommen voor het laatst bijeen gezien in de p.i. Dordrecht. De verbindingskabel en de controller
zijn getraceerd. De gamecube en het spel niet, maar dit onderdeel van de klacht hoort waarschijnlijk thuis bij de p.i. Vught. Op het ontruimingsverslag staan de papieren. Het lijkt erop dat zijn eigendommen netjes zijn overgegaan naar de p.i. Vught.
Een
trainingsbroek die klager in de p.i. Dordrecht had, staat echter niet op het ontruimingsverslag. Klager heeft niet zelf zijn verblijfsruimte kunnen ontruimen. Voor wat betreft de termijn van indienen van het beklag: klager en zijn raadsvrouw hebben bij
de verschillende inrichtingen eerst geprobeerd om de verdwenen eigendommen te achterhalen en toen dat niet lukte, is beklag ingesteld.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is zelf verantwoordelijk voor de voorwerpen die hij op cel houdt. Er is geen vrachtbrief omdat klager maar één doosje met eigendommen had en dat is meegegaan met zijn transport. Klager heef in de p.i. Dordrecht nooit een gamecube ingevoerd of
laten invoeren. De controller en de kabel komen ook niet voor op de invoerlijst. Hij heeft bij zijn overplaatsing op 25 april 2014 al zijn geregistreerde eigendommen meegenomen. Klager is een disciplinaire straf opgelegd in verband met een ruzie over
een trainingsbroek die hij had weggegeven aan een andere gedetineerde en weer terug wilde. Klager is niet ontvankelijk in zijn beklag omdat hij het te laat heeft ingediend.

3. De beoordeling
Door de raadsvrouw is verklaard dat navraag is gedaan bij verschillende inrichtingen om klagers eigendommen te traceren en dat dit de reden is voor het niet terstond indienen van het beklag. De beroepscommissie zal klager om deze reden ontvangen in het
beklag.

De beroepscommissie overweegt dat uit de stukken en de behandeling ter zitting niet aannemelijk is geworden dat klager - met uitzondering van papieren en een trainingsbroek - over de genoemde voorwerpen beschikte, laat staan dat vermissing van deze
voorwerpen voor rekening en risico zou komen van de directeur van de p.i. Dordrecht.
Met betrekking tot de verdwenen papieren is door de raadsvrouw aangegeven dat de papieren op het ontruimingsverslag worden vermeld en dat het erop lijkt dat deze netjes zijn overgegaan naar de p.i. Vught. Resteert een trainingsbroek die wel op de
invoerlijst staat vermeld maar niet op het ontruimingsverslag. Nu door de directeur is aangegeven dat klager tijdens zijn verblijf in de p.i. Dordrecht een disciplinaire straf is opgelegd in verband met een ruzie over een trainingsbroek die klager had
weggegeven aan een andere gedetineerde en vervolgens weer terugwenste, is de beroepscommissie van oordeel dat de vermissing van de trainingsbroek evenmin aan de directeur kan worden toegeschreven.
De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 juni 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven