Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4894/GA, 16 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4894/GA

betreft: [klager] datum: 16 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 23 december 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet krijgen van aangepaste voeding die klager nodig heeft in verband met zijn allergie.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Klager heeft bij zijn beroepschrift – onder meer – een brief van 4 december 2013 van het ziekenhuis Rijnstate te Arnhem aan de beroepscommissie toegezonden.
Klager heeft niet alleen een allergie voor gluten, maar ook voor soja en pinda’s. Hij krijgt echter nog steeds voeding waarin soja en/of pinda’s zijn verwerkt en wil hiervoor een tegemoetkoming van € 5,= per dag.

De directeur heeft daarop niet gereageerd.

3. De beoordeling
In de brief van 4 december 2013 van het ziekenhuis Rijnstate is vermeld dat uit een laboratoriumonderzoek is gebleken dat klager een allergie heeft voor verschillende voedingsproducten, waaronder pinda’s en soja. Nu niet is gebleken dat de betreffende
brief bij de beoordeling omtrent de aan klager te verstrekken (aangepaste) voeding is betrokken, is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beroep derhalve gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter
vernietigen, de bestreden beslissing vernietigen en de directeur opdragen een nieuwe beslissing te nemen nadat hij de dokter heeft verzocht te bezien welke dieetvoorschriften voortvloeien uit de betreffende brief. Gelet hierop zijn er geen termen
aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van haar uitspraak binnen twee weken na ontvangst daarvan. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. M.M. van der Nat, leden, in tegenwoordigheid van
R. Boerhof, secretaris, op 16 juni 2015

secretaris voorzitter

Naar boven