Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0721/SGA, 11 maart 2015, schorsing
Uitspraakdatum:11-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 15/721/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 11 maart 2015

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie Hoogvliet te Rotterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 7 maart 2015, inhoudende de oplegging van een disciplinaire straf van
opsluiting in een strafcel voor de duur van vijf dagen, ingaande op 7 maart 2015 om 15.20 uur en eindigende op 12 maart 2015 om 15.20 uur, wegens het zich verbaal agressief opstellen naar de winkelmedewerker.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 9 maart 2015 alsmede van de door de secretaris van de beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet verstrekte inlichtingen waaruit volgt dat het
schorsingsverzoek als klacht is ingeboekt.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval.
Van het incident op 7 maart 2015, waarbij verzoeker zich verbaal agressief zou hebben opgesteld naar de winkelmedewerker, is een verslag opgemaakt en dit verslag heeft geleid tot onderhavige strafoplegging. In dit verslag staat uitdrukkelijk vermeld
dat
het betreffende verslag niet aan verzoeker is aangezegd. Op grond van het bepaalde in de artikelen 50 en 51 van de Pbw kan geen disciplinaire straf worden opgelegd indien het daaraan ten grondslag liggende verslag niet is aangezegd. Gelet daarop moet
worden geoordeeld dat de bestreden beslissing van de directeur is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende beklag zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 11 maart 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven