Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0764/GA, 10 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/764/GA

betreft: [klaagster] datum: 10 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Ter Peel te Evertsoord,

gericht tegen een uitspraak van 27 februari 2015 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klaagster,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 mei 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught is namens de directeur [...], juridisch medewerker, gehoord.
Hoewel klaagster, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is zij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van zeven dagen opsluiting in een strafcel, wegens de vondst van softdrugs bij klaagster na het bezoek.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klaagster
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Na navraag is nog eens bevestigd dat de teamleider beveiliging eerst een leeg paperclipdoosje heeft getarreerd op de weegschaal. De gewogen 6 gram
drugs betreft dus het nettogewicht. Hiermee is aangetoond dat de gevonden drugs een gewicht van 5 gram te boven gaat. De directeur verwijst naar de hiervan gemaakte kleurenfoto’s, die hij ter zitting van de beroepscommissie heeft overgelegd. De
beslissing van de directeur de aangetroffen hoeveelheid drugs aan te merken als een handelshoeveelheid is conform de wet- en regelgeving en het drugsontmoedigingsbeleid (DOB). Klaagster was niet bekend als een drugsgebruikster. Gelet hierop kan de
aangetroffen hoeveelheid drugs worden aangemerkt als een handelshoeveelheid. In feite maakt bij een niet-gebruiker het niet uit welke hoeveelheid wordt gevonden om het als een handelshoeveelheid aan te merken. De directeur heeft van de gevonden
hoeveelheid geen aangifte gedaan. Klaagster is een kwetsbare vrouw. Zij is vanwege de vondst al gestraft. Bovendien ziet de directeur de bepalingen over het doen van aangifte in het DOB meer als preventief beleid.

Klaagster heeft haar standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Op grond van de ter zitting overgelegde kleurenfoto’s en de door de directeur gegeven toelichting is aannemelijk dat bij klaagster een hoeveelheid softdrugs met een nettogewicht van 6 gram is aangetroffen. Eerst is het gewicht van het lege
paperclipdoosje getarreerd op de weegschaal en daarna zijn de gevonden drugs gewogen. Het verdient aanbeveling om in het vervolg van beide fasen op de wegschaal foto’s te maken: eerst van het tarreren van het doosje en vervolgens ook van het wegen van
de drugs.

De directeur heeft de drugs gelet op het gewicht kunnen aanmerken als een handelshoeveelheid, reeds omdat klaagster volgens de directeur niet bekend is als drugsgebruikster. Gelet hierop kan de beslissing van de directeur aan klaagster een
disciplinaire
straf op te leggen van zeven dagen opsluiting in een strafcel, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak van
de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, R. van Benthem RA en mr. A.T. Bol, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 10 juni 2015

secretaris voorzitter

Naar boven