Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0383/GA, 29 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:29-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/383/GA

betreft: [klager] datum: 29 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R.W. van Zanden, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 januari 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 4 mei 2015, gehouden in de locatie De Berg te Arnhem, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. R.W. van Zanden, en, namens de directeur van de locatie Esserheem, mevrouw [...], juridisch medewerker
bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de terugplaatsing van klager naar het basisprogramma van de
ISD-maatregel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet vinden in de uitspraak van de beklagcommissie. Zo ontbreekt de schriftelijke mededeling om klager terug te plaatsen naar het basisprogramma. Het beklag behoort daarom in ieder geval op formele gronden gegrond te worden verklaard.
Klager heeft overigens geen medewerking aan re-integratie geweigerd. Hij voelde zich onvoldoende geïnformeerd om direct in te kunnen stemmen. Nadat klager op verzoek van de raadsvrouw, in de gelegenheid was gesteld kennis te maken met de “Woenselse
Poort” heeft hij met een plaatsing aldaar ingestemd en hij verblijft daar inmiddels sinds januari 2015. Klager weigert geen behandeling. De informatieverstrekking is van oudere datum en onjuist. Klager heeft binnen Esserheem aangetoond dat hij wel
wilde
meewerken aan zijn re-integratie en aan de ISD-maatregel. Hij wilde ook graag naar de mogelijke trainingen maar die werden op dat moment niet aangeboden. Klager had, vanaf het moment van de ‘intake’ bij de “Woenselse Poort” in een plusprogramma
geplaatst kunnen worden. Klager heeft steeds overal aan willen meewerken.
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beroepschrift dateert van 6 februari 2015. De inrichting heeft nooit enige aanvulling van de gronden ontvangen zodat de eerste conclusie zou moeten zijn dat klager niet kan worden ontvangen in zijn beroep. De directeur begrijpt dat die aanvullende
gronden inmiddels wel zijn aangediend en heeft ter zitting kennis kunnen nemen van die aanvullende gronden. Klager heeft de status van ISD-er. Op hem zijn de regels van het beleidsprogramma “Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat “(DBT) niet van
toepassing. Klager zou in eerste instantie in het kader van de ISD-maatregel geplaatst worden in de “Piet Roorda-kliniek”. Klager wilde aan die plaatsing niet meewerken. Vervolgens is er een indicatie gegeven voor plaatsing in de “Woenselse Poort” maar
die plaatsing weigerde hij in het begin eveneens. Uiteindelijk heeft hij wel aan die plaatsing meegewerkt. Klager is, toen hij niet wilde meewerken, teruggeplaatst naar het basisprogramma van de ISD. Dat hield in dat een aantal van de voor klager
geldende ‘buitenactiviteiten’ werd ingetrokken. Er hebben geen voor klager bedoelde trainingen kunnen plaatsvinden. Hem was wel een aantal vrijheden geboden. Omdat het leek dat klager niet wilde meewerken, is besloten die vrijheden die hem in het kader
van de ISD-maatregel waren geboden, in te trekken.

3. De beoordeling
Aan klager is, in het kader van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel, in eerste instantie een aantal vrijheden toegekend, welke vervolgens weer zijn ingetrokken. Van die beslissing tot intrekking is geen schriftelijke neerslag opgemaakt en aan
klager uitgereikt. De intrekking betreft een wijziging van het individueel begeleidingsplan van klager en maakt daardoor deel uit van het verblijfsplan, welk verblijfsplan op grond van het bepaalde in artikel 44i van de Penitentiaire Maatregel moet
zijn
opgenomen in het penitentiair dossier van klager. Alleen al om die reden dient er een schriftelijke neerslag (een mededeling) van dit soort beslissingen te worden opgemaakt. Die mededeling dient daarnaast ook op schrift te worden gesteld omdat daardoor
de beslissing van de directeur toetsbaar wordt in geval van beklag en beroep. Nu er geen schriftelijke beslissing is, kan de beslissing van de directeur niet op redelijkheid en billijkheid worden getoetst, waardoor aan klager een mogelijkheid tot
rechtsbescherming wordt ontnomen. Gelet daarop moet worden geoordeeld dat de bestreden beslissing niet voldoet aan de daaraan door de wet te stellen eisen. De uitspraak van de beklagcommissie kan daarom niet in stand blijven en het beklag dient alsnog
gegrond te worden verklaard.

De beroepscommissie acht termen aanwezig voor het toekennen van een financiële tegemoetkoming. Zij zal voor de bepaling van de hoogte daarvan aansluiting zoeken bij de tegemoetkomingen zoals toegekend in de gevallen waarbij niet is voldaan aan de te
stellen eisen bij een zogenaamde ‘degradatie-beslissing’ in het kader van het DBT. Zij stelt de hoogte van de tegemoetkoming vast op € 35,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 35,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, dr. H.G. van de Bunt en mr. R.S.T. van Rossem - Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 29 mei 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven