Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0372/GA, 1 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:01-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/372/GA

betreft: [klager] datum: 1 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.C.J. Tuip, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 22 januari 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 april 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsman mr. C.C.J. Tuip en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Westlinge te
Heerhugowaard. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen ingaande 12 augustus 2014 wegens het verrichten van onderzoek naar de herkomst van foto’s die op het internet circuleren, welke
ordemaatregel extern ten uitvoer werd gelegd in de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het belang van het onderzoek kon het opleggen van een ordemaatregel niet rechtvaardigen. Toen klager werd geconfronteerd met
de foto’s herkende hij zich zelf op een daarvan. Klager heeft nimmer te kennen gegeven dat op enig moment sprake is geweest van een concrete dreiging. De veiligheid van klager is niet in het geding geweest. Hij is niet gekneveld of mishandeld. Als
klager het slachtoffer was dan is het niet logisch om hem in de isoleercel te plaatsen. Hij heeft in een vroeg stadium verklaard dat het maken van de foto een uit de hand gelopen grap was. Het rapport van het Gedetineerden Recherche Informatiepunt
(GRIP) is reeds op 7 augustus 2014 opgemaakt en op het moment dat de betreffende foto aan klager werd getoond, circuleerde deze al twee maanden op het internet. Gelet op het tijdsverloop was het niet meer noodzakelijk om hem in het belang van het
onderzoek in afzondering te plaatsen, althans in ieder geval niet meer na 12 augustus 2014 toen het onderzoek in de inrichting was afgerond. Klager is naar aanleiding hiervan overgeplaatst en hij is gedegradeerd. Hij is onevenredig streng gestraft.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De tenuitvoerlegging van de ordemaatregel met ingang van 12 augustus 2014 heeft feitelijk drie dagen geduurd en
was
noodzakelijk voor het verrichten van onderzoek. Op 7 augustus 2014 heeft het GRIP aan de directeur bericht dat er foto’s op het internet circuleerden waarop twee gedetineerden, waaronder klager, werden herkend. Daarop is door de directeur een
onderzoek
gestart. De directeur vond het incident ernstig genoeg om te melden aan DJI en hij vond het zeker geen grap. Op 12 augustus 2014 zijn klager en een aantal medegedetineerden door een interne veiligheidsfunctionaris gehoord en hebben celinspecties
plaatsgevonden. Op klagers cel is toen een SD kaart aangetroffen. Op 13 augustus 2014 en 14 augustus 2014 zijn de onderzoeksresultaten in de inrichting besproken en geëvalueerd. Er heeft ook overleg met de selectiefunctionaris plaatsgevonden. De heren
konden niet meer terug naar de afdeling in verband met de orde en de veiligheid in de inrichting. Hierop is een aantal gedetineerden overgeplaatst en daarmee eindigde de ordemaatregel.

3. De beoordeling
Gelet op de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen stelt de beroepscommissie het volgende vast.
Door de directeur is naar aanleiding van de verkregen informatie van het GRIP van
7 augustus 2014 een eigen onderzoek gestart. Klager en een aantal medegedetineerden zijn op 12 augustus 2014 gehoord en er hebben celinspecties plaatsgevonden. De onderzoeksresultaten hiervan zijn op 13 augustus 2014 en 14 augustus 2014 geëvalueerd.
Aan
klager is op 12 augustus 2014 de bewuste ordemaatregel opgelegd en die is na drie dagen door zijn overplaatsing geëindigd. De beroepscommissie acht de beslissing van de directeur tot oplegging van de ordemaatregel in verband met de handhaving van de
orde en/of veiligheid in de inrichting ten tijde van het onderzoek niet onredelijk of onbillijk. De ordemaatregel is na drie dagen opgeheven en heeft derhalve niet langer geduurd dan noodzakelijk. Zij zal het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak
van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit C.M. van der Bas, voorzitter, J. Schagen MA en drs. F.M.J. Bruggeman, leden, in tegenwoordigheid van
R. Boerhof , secretaris, op 1 juni 2015

secretaris voorzitter

Naar boven